Life And Other Problems

Jacob Sofussen / Bullitt Film / VPRO

De aanleiding is relatief eenvoudig: mag de dierentuin van Kopenhagen de giraffe Marius doden? Het dier is twee jaar oud – een tiener dus – en leeft ogenschijnlijk gezond en gelukkig. Er is alleen geen plek meer voor Marius. De giraffepopulatie van de dierentuin mag niet te groot worden.

Al snel staat de halve wereld op z’n achterste benen. De schandaalpers voorop. Een gezond dier afschieten, dat doe je niet! Een Zweedse dierentuin – of is ‘t toch een dierenhandel? – wil Marius wel opvangen. Claus Hjelmbak, een Deense mannetjesmaker in Hollywood, regelt een miljoen dollar om de giraffe in een Amerikaans reservaat onder te brengen. En zelfs de Tsjetsjeense dictator Ramzan Kadyrov, boezemvriend van Vladimir Poetin, spreekt uit dat hij hem wil adopteren.

Het management van de dierentuin geeft alleen geen krimp. En dan is de wereld dus te klein. Zo eenvoudig als die kwestie rond Marius in eerste instantie lijkt, zo gelaagd en gecompliceerd blijkt de werkelijkheid. Tenminste, voor iedereen die bereid is om er eens écht goed naar te kijken. Voor de Deense filmmaker Max Kestner is de controverse rond de giraffe in elk geval aanleiding om na te denken over het mysterie van het leven en daarover in gesprek te gaan met enkele wetenschappers.

Bestaan wij en andere entiteiten ondanks of juist dankzij elkaar? En op basis waarvan ontwikkelt het leven zich eigenlijk? Is er een te bereiken eindstation? Wanneer is er dan sprake van bewustzijn? En bij wie? In hoeverre zijn orka’s en wolven bijvoorbeeld vergelijkbaar met de mens? Kestner spreekt daarover met de Britse schrijver en wetenschapper Charles Foster. Hij wilde ervaren hoe ’t is om een wild dier te zijn en heeft voor zijn bestseller Being A Beast een tijd geleefd als een vos, hert en das.

Met een bespiegelende voice-over meandert de Deense cineast in Life And Other Problems (99 min.) intussen ook door zijn eigen bestaan en het onvermijdelijke einde daarvan. ‘Voor m’n kinderen zal ik dan een herinnering zijn’, constateert hij. ‘Ik laat m’n DNA achter dat doorleeft in volgende generaties. En toch voel ik mij geen DNA maar wat anders. Ik voel mij iemand die ‘s ochtends eieren bakt voor z’n zoon. Iemand die legpuzzels doet met één dochter en boos wordt op de andere als ze rookt.’

Zo duikt Max Kestner steeds dieper in de vraag wie hij, wij en zij zijn, hoe de mens zich verhoudt tot het andere leven op aarde en waarin wij dan als soort daarvan verschillen – of we überhaupt anders zijn. En steeds als de film te filosofisch dreigt te worden, dient De Casus Marius zich weer aan. Want de directie van de Deense dierentuin bakt, ook als de hele wereld toekijkt, bepaald geen zoete broodjes. En hoe rechtlijnig en consequent ook, het zorgt bij menigeen voor ongemak en woede.

‘Waarom eten ze geen varkensvlees?’ roept een demonstrant bijvoorbeeld kwaad als in Kopenhagen de leeuwen worden gevoerd. ‘Net als wij.’

Patrick And The Whale

Cinema Delicatessen

Komt de liefde werkelijk van twee kanten? Als je ‘t aan Patrick vraagt – en die krijgt uitgebreid het woord in deze film – kan daarover geen twijfel bestaan. Zou Dolores dezelfde mening zijn toegedaan? Ze laat hem in elk geval toe, maakt duidelijk contact en spiegelt zelfs zijn gedrag, maar is dat liefde – of zelfs maar vriendschap? Kan dat überhaupt tussen mens en dier?

Als er al betekenisvolle communicatie kan bestaan tussen een man en een potvis, hoe duurzaam is die dan? Is de ontmoeting tussen Patrick Dykstra en de bevallige Dolores nabij de kust van het Caribische eiland Dominica meer dan een kortstondige flirt? En hoe verhoudt die zich dan tot zijn jarenlange omgang met de oudere dame Can Opener? De liefde van Patrick Dykstra voor walvissen – ook orka’s, blauwe vinvissen en bultruggen behoren tot zijn doelgroep – staat in elk geval buiten kijf.

Patrick & The Whale (73 min.) is de weerslag van ‘s mans oneindige fascinatie voor walvissen en doet inderdaad denken aan My Octopus Teacher (2020), waarin de Zuid-Afrikaanse filmer Craig Foster een onderwaterrelatie aanging met, jawel, een octopus. Dat leverde de makers Pippa Ehrlich en James Redd toen zowaar een Oscar op. Deze lekker gestroomlijnde documentaire van Mark Fletcher, een liefdesverhaal tussen mens en potvis, zou ook zomaar een publieksfavoriet kunnen worden.

Dykstra wil de objecten van zijn liefde beter leren begrijpen. Dat begint met kijken – en voor ons als zijn argeloze publiek: meekijken. Waarom spoelen ze als groep aan op het strand van Yorkshire, een aangrijpend beeld, om daar collectief te sterven? En wat spoken ze eigenlijk uit in de donkerste diepten van de oceaan, daar waar nooit een mens komt? Hoe vangt een potvis bijvoorbeeld de inktvissen, waarvan de resten nog aan zijn tanden kleven als hij zich boven water laat zien?

Teneinde ook daar beeld bij te krijgen – en aan prachtige plaatjes sowieso geen gebrek in deze oogstrelende documentaire – wil de natuurfilmer een kleine camera met zuignappen op de kin van één zijn geliefden plakken. Zo hoopt Patrick Dykstra het perspectief op de (onderwater)wereld van potvissen te kunnen vereeuwigen. Als de dames net zoveel van hem houden als hij van hen – nu draaf ik, in lijn overigens met de film, even lekker door – moeten ze daarmee wel akkoord gaan.

De kijker van Patrick & The Whale dient zulke gedachtekronkels sowieso maar voor lief te nemen. Om er een aansprekende vertelling van te maken lijkt Fletcher de waarheid soms wat te hebben vereenvoudigd. Patrick is dus niet het gezicht van een team dat walvisachtigen bestudeert, maar een solitaire man met een grote liefde. En de potvissen in beeld zijn behalve overweldigende dieren in hun natuurlijke habitat ook individuen met hun eigen eigenaardigheden en vriendschappen.

Het komt allemaal prachtig samen in een ronduit romantische slotscène, een pas de deux van mens en potvis. En ook die lijkt bijna te mooi om waar te zijn.

Blackfish

Een orka heeft één van de trainers gegeten! Bij de alarmcentrale komt op 24 februari 2010 een verontrustend telefoontje binnen vanuit SeaWorld in Orlando. In het Amerikaanse attractiepark is iets helemaal misgegaan. En het was geen eenmalig incident, bezweren allerlei voormalige trainers in Blackfish (83 min.). Dit was nu typisch een geval van een ongeluk dat stond te gebeuren. De vraag was alleen: wanneer?

Een kleine twintig jaar eerder is er al een incident geweest met Tilikum, de enorme orka die tot de aanval was overgegaan. Samen met twee andere ‘killer whales’ zou hij toen een trainster onder water hebben getrokken. Zij verdronk voor de ogen van een geschokt publiek. Het imago van de orka als een sociaal en intelligent dier, dat in de vrije natuur bovendien nog nooit een mens zou hebben aangevallen, bleef niettemin volledig intact.

Tijdens de groots opgezette SeaWorld-shows in Florida werd Tilikum onverminderd ingezet als topattractie. Achter de schermen was echter allang bekend dat het dier onberekenbaar en zelfs gevaarlijk kon zijn. Regisseur Gabriela Cowperthwaite laat daarover diverse oud-medewerkers aan het woord. Zij schetsen ook de achterkant van zijn gedrag: de manier waarop de dieren worden gedrilld, met ferme straffen en verplichte isolatie.

Cowperthwaite illustreert dit met angstaanjagende beelden van eerdere incidenten met andere orka’s, die door de attractieparken zorgvuldig onder de pet werden gehouden. Als contrast laat ze de supergelikte commercials van SeaWorld zelf zien, waarin de ‘killer whales’ een Disney-achtige aaibaarheid wordt toegedicht. Ideaal familievermaak. Tótdat er eentje geïrriteerd raakt. Dan wordt het Jaws in een nèt iets te klein zwembad.

Deze knap gemaakte film uit 2013 wordt daarmee zowel een enerverende real life-thriller als een overtuigend pleidooi tegen de inzet van dit soort gekooide wilde dieren voor gelikt entertainment.