Don’t F**k With Cats: Hunting An Internet Killer

Netflix

Elke seriemoordenaar begint met het mishandelen van dieren. Los daarvan: je blijft met je poten van katten af, vindt Deanna Thompson (alias Baudi Moovan, op Facebook). En dus slaat de data-analiste uit Las Vegas direct aan als ze het filmpje ‘1 boy, 2 kittens’ spot. Een jongen stopt daarin twee poezen in een luchtdichte zak, die hij daarna vacuüm zuigt.

Als een soort dierenbeschermingsdependance van het online-onderzoekscollectief Bellingcat gaat ze met enkele andere computernerds uit haar speciale Facebook-groep, onder wie een geek met de schuilnaam John Green, op zoek naar de geheimzinnige dierenbeul, die steeds sadistische filmpjes en aanwijzingen over zijn eigen identiteit achterlaat.

Voor hun online-speurtocht – die zich laat bekijken als een handleiding voor bijdetijdse amateurdetectives of -journalisten – stuiten ze al snel op een clip uit Catch Me If You Can, een speelfilm met Leonardo DiCaprio over een meesteroplichter die zijn achtervolgers steeds te slim af probeert te zijn. Als dat geen uitdaging is…

Hun queeste zal hen in de driedelige serie Don’t F**k With Cats: Hunting An Internet Killer (186 min.) van Mark Lewis naar de engste uithoeken van het internet en de menselijke geest leiden, in het spoor van bizarre personages als Jamsey Cramsalot Inhisass en Luka Magnotta. En dan moeten ze het lugubere filmpje ‘1 lunatic, 1 ice pick’ nog ontdekken…

Zo ontvouwt zich een superieur verteld true crime-verhaal, waarin verontruste burgers vanachter hun computer een hypermoderne klopjacht naar een gewelddadige narcist opzetten. Een soort Catfish 3.0, de spannendste docuserie van het jaar én een ongemakkelijk exposé over het huidige tijdsgewricht, waarin privacy eigenlijk niet meer lijkt te bestaan.

Cat Stories

Hoe zou een Internationaal publiek naar deze film over Nederlanders en hun liefde voor katten kijken? Zouden ze daarin iets wezenlijks over onze volksaard vinden? De Spaanse filmmaakster Carmen Cobos woont al geruime tijd in Nederland en verbaast zich over het feit dat mensen hier massaal poezen als huisdier houden. In eigen land kende ze dat fenomeen helemaal niet. De kat was toch een buitendier?

In de documentaire Cat Stories (73 min.) onderzoekt ze als een soort antropoloog de kattenliefde van miljoenen Nederlanders. In dat kader biedt ze zichzelf ook aan als oppas, een keuze die wat gekunsteld aandoet en bovendien relatief weinig oplevert (of het moet een verdwenen kat zijn).

Via hun katten portretteert Cobos ook enkele baasjes, waaronder een gedreven fokster van Siamese katten. Met hen bezoekt ze het asiel, de dierenarts en kattenshows. Uit hun verhalen komt een vertrouwd beeld naar voren: het huisdier als trouwe metgezel in tijden van ziekte, eenzaamheid en verdriet, die menselijke eigenschappen wordt toegedicht en waar stevig om wordt gerouwd als het zelf afscheid van het leven moet nemen.

Sommige van die gesprekken voert Cobos in het Engels. Dat schept soms een zekere afstand en verhindert sommige hoofdpersonen om echt in hun ziel te laten kijken. Je zou ook kunnen zeggen: het versterkt de buitenstaandersblik van deze film, die in Nederlandse ogen wel heel erg gewoon blijft en weinig nieuws – of écht bijzonders – heeft te bieden. Maar wellicht zien vreemde ogen veel meer. Of juist iets heel anders.