Unknown Brood


Provocerend gesteld: Herman Brood is de ideale rock & roller voor mensen die eigenlijk niet van rock & roll houden. Of beter: voor mensen die de rock & roll-levensstijl verkiezen boven de muziek. Zoals je hem ook de ideale kunstenaar kunt noemen voor mensen die eigenlijk niet van kunst houden. Of: de troeteljunk van mensen die drugsverslaafden het liefst uit hun eigen straat verjagen. Ik draaf door…

Regisseur Dennis Alink probeert in deze krachtige film de Unknown Brood (85 min.) te vinden, de man achter het fenomeen. Volgens eigen zeggen was die mensenschuw, sociaal onhandig en ‘allergisch voor gezelligheid’. Speed hielp hem over de drempel om ‘Herman Brood’ te worden. Zonder drugs zou hij niet oud zijn geworden, denkt zijn jongere zus Beppie zelfs. Achteraf bezien was er in zijn leven en werk altijd al een doodswens aanwezig, die in 2001 culmineerde in die fatale sprong van het Hilton.

Alink voert in zijn documentaire de gebruikelijke Brood-mythevormers op: de onvermijdelijke manager Koos van Dijk, de onvermijdelijke oud-bandleden en de onvermijdelijke biograaf Bart Chabot. Stuk voor stuk lijken ze hun bestaansrecht te ontlenen aan de jaren in het kielzog van de rock & roll junkie. Behalve zulke usual suspects komen ook intimi als Hennie Vrienten, Willem Venema en Anton Corbijn aan het woord. De echte meerwaarde zit echter bij Broods openhartige vrouw Xandra en kinderen, zijn ex-vriendin Dorien (die hem inspireerde tot Doreen) en zijn nuchtere zus. Zij openen de deur naar de Herman die Brood liever verborgen hield.

‘Herman en ik zeiden wel eens tegen elkaar dat we last hadden van een gelukkige jeugd’, beweert Beppie Brood stellig. Hij speelde in het openbaar echter liever de getormenteerde artiest, die een beroerde jeugd had gehad als loensend, gepest jongetje. Het was slechts één van de elementen van het trucje ‘Herman Brood’, dat gretig aftrek vond bij gulzige journalisten en televisiemakers, die zich hier in allerlei archieffragmenten van hun meest schaamteloze kant laten zien. Brood documenteerde daarnaast met een filmcamera zijn eigen leven. In rafelige homevideo’s tekent hij opmerkelijk afstandelijk zijn eigen aftakeling op.

Naarmate de documentaire vordert wordt het verval steeds zichtbaarder. Hij had dat zelf ook maar al te goed door. Herman wilde, in de woorden van die andere speedkikker Jules Deelder, niet eindigen als ‘een halfje Brood’. Tegelijkertijd zag hij er ook wel de (donkere) romantiek van in, getuige de vergelijking die hij in een interview trekt met de aan een overdosis bezweken stand up-comedian Lenny Bruce (van wie hij volgens de overlevering de kreet Shpritsz leende). Waarna Neerlands bekendste rock & roller uiteindelijk die al meermaals in bijzinnen, grapjes en songs aangekondigde stap in het diepe waagde en met het beëindigen van zijn leven nog eenmaal zijn imago bestendigde.

Van buitenaf bezien en met de wetenschap van nu lijkt Broods hele bestaan een soort uiting van het onvermogen om gewoon te leven. En juist dat maakt hem, en deze film die het beeld van een wankelend rock & roll-cliché behoorlijk kantelt, zo aangrijpend. Mens onder de mensen. Zelfs als je Herman Brood bent – of speelt.

Een fenomeen als Herman Brood vormt dankbaar documentairemateriaal. Rock ‘N Roll Junkie is bijvoorbeeld een klassieke docu uit 1994 over Neerlands bekendste rock & roller, gemaakt door vier overtuigde Brood-liefhebbers. Daarin zien we Brood zoals we hem kennen: cool, geil en high.

In Buying The Band, dat begin dit jaar een bescheiden hype werd in popland Nederland, is te zien hoe enkele leden van Herman Broods voormalige begeleidingsband, The Wild Romance, helemaal zijn blijven hangen in de rock & roll-lifestyle van weleer. De uiterst vermakelijke film van Teus van Sintmaartensdijk laat zien hoe ondernemer en would be-drummer Jan ’t Hoen zich inkoopt in de band en met hen onder de noemer Romanza Brava on the road gaat. De ontwikkelingen die hij zo in gang zet, zijn even voorspelbaar als komisch.

Dig!

Oscilloscope

Not If You Were The Last Junkie On Earth, de eerste hit van The Dandy Warhols uit 1997, werd direct vilein gecounterd door The Brian Jonestown Massacre met Not If You Were The Last Dandy On Earth. Het was natuurlijk ook de wereld op zijn kop: Anton Newcombe’s band had de ‘next big thing’ moeten worden, maar de groep van zijn vriend/rivaal Courtney Taylor-Taylor ging er met de eer vandoor.


Dat ‘onrecht’ vormt het hart van de bruisende rockdoc Dig! uit 2004, waarvoor Ondi Timoner beide rockbands gedurende zeven jaar op de voet heeft gevolgd. In die periode kreeg Taylor-Taylor (tevens de verteller van deze film) steeds meer succes, terwijl Newcombe gaandeweg he-le-maal uit de bocht vloog. Totdat het zelfs te veel werd voor zijn trouwe secondant Joel Gion, die jarenlang met een veel te grote zonnebril op en een tamboerijn in de hand naast hem op het podium übercool stond te wezen.

Want de decadente levensstijl waarmee The Dandy Warhols uitbundig flirtten en uiteindelijk ook scoorden – met als meest tastbare resultaat de door een commercial tot wereldhit gebombardeerde kraker Bohemian Like You – werd door The Brian Jonestown Massacre daadwerkelijk geleefd. Hun muzikale verrichtingen, vastgelegd op een stortvloed aan platen, werden steevast overschaduwd door drankgelagen, sterallures, arrestaties, drugsmisbruik en zelfs vechtpartijen op het podium.

De losgeslagen multi-instrumentalist Anton Newcombe wordt door menigeen nog altijd beschouwd als een muzikaal wonderkind, maar in Dig! is hij vooral te zien als een enfant terrible, dat steeds opzichtig aan de noodrem trekt zodra zijn trein op stoom dreigt te komen. De mediagenieke Dandy Courtney Taylor-Taylor oogt intussen als de gedroomde popster, een ideale posterboy voor de lekker slicke alternatieve rock van het fin de siècle.

Behalve lof oogstte filmmaakster Ondi Timoner overigens ook kritiek met deze rudimentaire documentaire, die de juryprijs won op het Sundance Festival van 2004; ze zou wel erg weinig oog hebben gehad voor de muzikale verrichtingen van beide bands en het drama tussen hen bovendien nogal kunstmatig hebben aangezet. Zodat er aan het eind van de film duidelijke winnaars en losers lijken te zijn. De werkelijkheid lag, zoals altijd, een stuk genuanceerder. Maar dat levert natuurlijk niet per definitie ook een spannendere film op.