Hillsborough

ESPN

‘Open die hekken!’ riep een collega via de walkie talkie’, herinnert politieagent Martin McLoughlin van de South Yorkshire Police zich. ‘Als we die hekken niet opendoen, vallen er doden!’ Het is zaterdag 15 april 1989, even na half drie ‘s middags. Over een klein half uur moet er afgetrapt worden in de halve FA Cup-finale tussen Liverpool en Nottingham Forest. Hillsborough (122 min.), het stadion van Sheffield Wednesday, stroomt vol met voetbalfans. Zodra de hekken worden opengegooid, ontstaat er op de staantribune achter het doel van Liverpool-doelman Bruce Grobbelaar echter een enorm gedrang. Terwijl de wedstrijd gewoon begint, raken supporters alsmaar meer in de verdrukking.

Na zes minuten speeltijd dringt ook tot de rest van het stadion door dat er zich een ramp voltrekt in hun midden, laat Daniel Gordon zien in deze indringende reconstructie uit 2016. Toeschouwers klimmen over de hekken om hun vak te verlaten en komen het veld op. ‘De scheidsrechter moet de wedstrijd stilleggen’, constateert de vermaarde BBC-commentator John Motson. Even later snellen ook de Bobbies toe. In eerste instantie zijn die nog in de veronderstelling dat het om rellende hooligans gaat, maar al snel realiseren ze zich dat ze getuige zijn van gewone voetbalfans die vechten voor hun leven. Op het veld wordt met vereende kracht geprobeerd om te redden wie er te redden valt. Voor bijna honderd fans mag de hulp niet baten, nog eens 400 anderen raken gewond.

Politiecommissaris David Duckenfield, nog geen maand in functie, weet het zeker: de ramp is veroorzaakt door dronken Liverpool-fans zonder kaartjes, die zich illegaal toegang tot het stadion hebben verschaft. En dat draagt hij ook direct uit. To add insult to injury. Gewone politieagenten krijgen te horen dat dit het officiële standpunt is. Zo wordt van de Hillsborough-ramp een heel nare affaire gemaakt. Het blijkt de start van een heel lange nachtmerrie. Die wordt vervolgd met de identificatie van de slachtoffers. Familieleden krijgen te horen dat ze naar het stadion moeten komen. Op een wand met polaroidfoto’s moeten ze zelf hun geliefden maar vinden. ‘Zijn die allemaal dood?’ vraagt Doreen Jones, op zoek naar haar zoon Richard. ‘En iemand knikte bevestigend.’

Daarna moet de schuldvraag beantwoord worden. En ook die begint bij de nabestaanden. Rookte hij? vragen agenten hen. Nee. Dronk hij dan? Weer nee. Waarna een agent zou hebben gezegd: ‘Straks probeer je ons nog wijs te maken dat hij maagd is’. Een dag na de ramp komt de Britse premier Thatcher poolshoogte nemen. ‘Op dat moment werd de leugen in het hoofd van politici de waarheid’, stelt criminoloog Phil Scraton, die het boek Hillsborough – The Truth schreef. Een bezopen meute heeft de ramp veroorzaakt. Punt. Volgens enkele tabloids zouden sommige ‘fans’ zelfs slachtoffers hebben beroofd en over agenten, die eerste hulp verlenen, hebben geürineerd. Met andere woorden: die slachtoffers hebben ‘t aan zichzelf te wijten.

In Hillsborough, dat net zo goed over de ramp ná de ramp als over de ramp zelf gaat, tekent Daniel Gordon trefzeker de ontluisterende ervaringen op van overlevenden, familieleden en politieagenten. Zij hebben ieder hun eigen trauma opgelopen in het stadion en tijdens het navolgende onderzoek naar de tragische gebeurtenissen, dat eigenlijk maar één uitkomst mag hebben: het is de schuld van de Liverpool-fans, op de organisatie en beveiliging van de wedstrijd valt helemaal niets aan te merken. Nabestaanden die willen dat het échte verhaal wordt verteld, lopen ruim twintig jaar (!) tegen een muur op. Het is niet moeilijk om er, ruim 35 jaar na die ramp, nog altijd woedend van te worden. Zoveel verdriet, gevolgd door zoveel onrecht.

Superleeuwen: Het Marokkaanse Voetbalsprookje

BNNVARA/Signal.Stream / vanaf maandag 26 juni op NPO

Het was zeker mooi, maar had ook iets wrangs. Nog nooit waren ze zo van ‘ons’ en toch duidelijk van ‘hen’, als toen de Nederlandse ‘Atlas Leeuwen’ voor hun andere vaderland, Marokko, grote successen vierden in Qatar. Nadat het Nederlands elftal al was uitgeschakeld, drong het nationale team van Marokko, als eerste Afrikaanse land in de geschiedenis, door tot de halve finale van het wereldkampioenschap voetbal in Qatar. In dat elftal speelden vier spelers die in Nederland zijn opgegroeid een sleutelrol: Sofyan Amrabat, Hakim Ziyech, Noussair Mazraoui en Zakaria Aboukhlal.

Khalid Alterch, alias rapper ICE en ‘Tonnano’ uit de misdaadserie Mocro Maffia, heeft de vier Marokkaanse topvoetballers weten te strikken voor Superleeuwen: Het Marokkaanse Voetbalsprookje (135 min). In deze vierdelige serie blikken ze samen met andere Marokkaanse Nederlanders zoals straatvoetballer Soufiane Touzani, schrijver Abdelkader Benali, ontwerper Aberrahmane Trabsini (modemerk Daily Paper), komiek Khalid Akouzdame (Borrelnootjez), oud-voetbalprof Ali Boussaboun, acteur Iliass Ojja, cabaretier Jawad Es Soufi (Sloegie), en Dania Boussatta, speelster van het Marokkaanse vrouwenteam, terug op het toernooi waarmee hun land zich wereldwijd in de kijker speelde – en zelfs in Nederland, waar ze zich allemaal wel eens onwelkom hebben gevoeld, de handen op elkaar kregen.

Met de wedstrijden van het WK voetbal als anker, waarvoor hij zelf met vrienden ook naar Qatar is afgereisd, gaat ICE ook met hen in gesprek over hoe ’t is om Marokkaan in Nederland te zijn. Een Marokkaanse jongen in Nederland, om precies te zijn, zo’n beetje het meest omstreden smaldeel van de vaderlandse populatie. Het is een verhaal van (gekrenkte) trots, familiegevoel en (geknakt dan wel hervonden) zelfvertrouwen. En van de herwaardering van Marokko als thuisland, ook als voetballer. Waar voor talenten het Nederlands elftal jarenlang het beoogde eindstation was, ook uit puur opportunistische overwegingen, lonken sinds het WK de Lions de l’Atlas nadrukkelijker dan ooit. Dat zien ook traditionele Nederlandse voetbalkenners als Willem van Hanegem, Andy van der Meijde en Joep Schreuder, die overigens niet al te veel toevoegen aan de reeks.

In deze miniserie wordt vooral het collectieve gevoel van Marokkaanse Nederlanders uitgedrukt. Niet zozeer via een treffend groepsportret of een helder opgebouwde thematische vertelling, maar meer in de vorm van een associatieve grabbelton van meningen, gevoelens en bespiegelingen. Tezamen schetsen die een aardig beeld van wat er leeft in de gemeenschap – en welke rol voetbal daarin speelt.