A Story Of Bones

A Story Of Bones / VPRO

Iedereen op Sint-Helena kent het verhaal van Napoleon Bonaparte. De Franse generaal en dictator (1769-1821) sleet de laatste zes jaar van zijn leven op het eiland in de Atlantische oceaan, zo’n tweeduizend kilometer ten westen van Afrika. Zijn graf geldt nog altijd als een toeristische attractie. Maar wat weten de eilanders en hun bezoekers van de slaven die ooit op hun geboortegrond werden gedropt en die daar nog altijd zijn begraven? En stammen ze zelf misschien van hen af?

Op het eiland, onderdeel van het Verenigd Koninkrijk, zijn slachtoffers terecht gekomen van de zogenaamde ‘Middle Passage’, de gevaarlijke route waarmee in de afgelopen eeuwen ruim drie miljoen slaven van Afrika naar Amerika zijn gebracht. Toen de Britten in 1807 zelf stopten met slavenhandel, begonnen ze meteen schepen van andere mogendheden tegen te houden. Die werden doorgestuurd naar Sint-Helena. Zo zijn er zo’n 30.000 Afrikanen op de Britse kolonie beland.

Ruim vijfhonderd overlevenden kwamen in een depot terecht in Rupert’s Valley en leefden daar onder beroerde omstandigheden. Ze kregen de benaming ‘Bevrijde Afrikanen’, maar mochten nooit naar huis terugkeren, zo stellen Joseph Curran en Dominic Aubrey de Vere in de serene documentaire A Story Of Bones (94 min.). Naar schatting liggen er inmiddels zeker negenduizend lijken in de vallei, grofweg het dubbele aantal van de huidige populatie van het eiland.

Als ze een vliegveld gaan aanleggen op Sint-Helena, worden deze graven onderdeel van een politieke discussie. ‘Waarom hebben we een aanvoerweg dwars door een begraafplaats gebouwd?’ vraagt Annina Van Neel, een Namibische vrouw die zich opwerpt als een belangrijke stem in dat debat en de hoofdpersoon van deze documentaire wordt. ‘Ik hoop dat het antwoord niet zo eenvoudig is als: kleur. En dat die mensen daardoor minder belangrijk zijn en waarde hebben.’

Volgens de plaatselijke historicus Phil Mercury behoort zo’n houding echter tot de erfenis van het kolonialisme. ‘If you’re white, you’re alright’, zegt hij. ‘If you’re brown, stick around. If you’re black, step back.’ Sinds 2008 zijn er 325 lichamen geborgen door archeologen. Die worden nog altijd bewaard in het voormalige cellencomplex Pipe Store in Jamestown. ‘Dat is een gevangenis, geen rustplaats’, zegt een vrouw fel tijdens een informatiebijeenkomst voor de plaatselijke gemeenschap. 

‘Dit is veel meer dan een stapeltje oude botten’, stelt de gedreven lokale politicus Cruyff Buckley. De lichamen moeten opnieuw worden begraven en daarbij net zo zorgvuldig worden behandeld als Napoleon, vinden Van Neel en haar medestanders, die in contact komen met geestverwanten in de Verenigde Staten. Daar worden, getuige bijvoorbeeld een thematisch verwante film als Descendant, soortgelijke initiatieven genomen om in het reine te komen met de slavernijgeschiedenis.

Dit is een moeizaam en kwetsbaar proces, zo is ook in Nederland al gebleken, dat in deze film delicaat in beeld wordt gebracht. Annina Van Neel moet onderweg de nodige teleurstellingen incasseren. ‘Black Lives dón’t matter’, concludeert ze op een gegeven moment gefrustreerd. ‘End of story.’ En dan zet de strijdbare activiste zich toch weer schrap. Want dit project is groter dan zijzelf. En dat brengen Curran en Aubrey de Vere in A Story Of Bones zeer treffend over het voetlicht.

Schijnbewegingen: Over Voetbal En Dans

Rudi van Dantzig & Johan Cruijff / NOS Collectie Rudi van Dantzig

Hij oogt als een vis in het water: Johan Cruijff in een balletzaal. Geconcentreerd kijkt de beste Nederlandse voetballer aller tijden toe hoe choreograaf Rudi van Dantzig aan het werk is met Clint Farha, de topdanser van het Nationaal Ballet. Hij herkent de hand van de meester. Van Dantzig geeft het ritme aan en laat zijn protegé zweten. Er wordt urenlang gerepeteerd.

‘En iemand wie keihard traint’, stelt Cruijff op geheel eigen wijze in Schijnbewegingen: Over Voetbal En Dans (59 min.) uit 1988. ‘Dat is bloed, zweet en tranen.’ De toenmalige trainer/coach van Ajax, in die tijd vrijwel altijd met een sigaret in de hand, heeft tegenover Van Dantzig plaatsgenomen voor een tweegesprek onder leiding van Frits Barend, waarin de overeenkomsten tussen voetbal en ballet worden onderzocht. Van Dantzig stelt op zijn beurt dat hij zich regelmatig heeft laten inspireren door het Ajax van Cruijff en Michels.

Voor hedendaagse begrippen zou het dubbelinterview met de twee grootheden soms wel een zetje of wat meer tempo kunnen gebruiken. Het wordt in deze tv-docu, geregisseerd door Piet Erkelens en Pim Marks, echter omlijst door fraaie sequenties van een indrukwekkende solo van Farha (op Bachs Air On G String) en hoogstandjes van topspits Marco van Basten (opgeleukt met lekker campy jaren tachtig-muziek).

Schijnbewegingen wordt bovendien tot een fraaie climax gebracht met een meeslepende parallelmontage van een voorstelling van de excellerende Farha en het Nationaal Ballet en een Europa Cup 2-wedstrijd waarin het Ajax van Van Basten, Menzo en Rijkaard het in de eigen Meer opneemt tegen het Zweedse Malmö FF. Sport en kunst verworden in die apotheose voor heel even tot elkaars evenbeeld.

Naderhand geeft Van Dantzig zijn protegé in de coulissen een welgemeend schouderklopje en wordt in de Ajax-kleedkamer luidkeels ‘Johan Cruijff, Johan Cruijff, Johan Cruijff, Johan Cruijff, Johan Cruijff, Johan Cruuuiiijjjff’ gezongen.

Johan Cruijff: En Un Momento Dado

Als één documentaire heeft bijgedragen aan de mythevorming rond Nederlands beste voetballer aller tijden, dan is het Nummer 14 Johan Cruijff van sportjournalist Maarten de Vos en Cruijffs eigen schoonvader Cor Coster uit 1972. En als één film de mythe rond het fenomeen Cruijff vervolgens ook écht te pakken heeft gekregen, dan is het Johan Cruijff: En Un Momento Dado (93 min.) van Ramón Gieling, een poëtische documentaire uit 2004 waarin de Catalaanse liefde voor ‘el Salvador’ uitbundig wordt bezongen.

De titel verwijst naar een Cruijffiaanse verhaspeling van de Spaanse uitdrukking ‘op een gegeven moment’, die vervolgens als ‘het moment dat je gegeven wordt’ onderdeel is geworden van het Spaanse vocabulaire. Alsof Johan Cruijff in zijn tweede vaderland niet alleen het voetbal opnieuw uitvond, maar ook de taal die daar sinds jaar en dag wordt gesproken. Zoals hij dat natuurlijk ook in Nederland heeft gedaan: niet zozeer door oorspronkelijke vondsten, maar door een combinatie van originele gedachten en een beperkte taalvaardigheid.

In En Un Momento Dado zet Gieling vol in op de betekenis van de man, het fenomeen eigenlijk, voor Catalonië, dat zich altijd een stiefkind van Spanje heeft gevoeld. Gewone fans – van een flamencogitarist die de ‘duende’ in Cruijff waardeert tot een vrouw die in elk vriendje Johan zocht – getuigen over hoe de stervoetballer de Catalanen hun zelfrespect terug gaf. Eindelijk hadden ze iemand die de strijd kon aangaan met – en winnen van – het arrogante Madrid en de verpersoonlijking daarvan, Real Madrid, de voetbalclub die warme banden onderhield met de gevreesde dictator Franco.

In de eerste helft van de film legt Gieling de nadruk op Cruijffs carrière als speler, terwijl de tweede helft in het teken staat van zijn jarenlange trainerschap van FC Barcelona (dat tevens wordt behandeld in de Spaanse film Cruyff: The Last Match). Zijn dienstverband eindigt in eerste instantie met een vertrek door de achterdeur, dat later wordt gerepareerd met een emotioneel eerbetoon. En Un Momento Dado is echter bepaald geen regulier profiel of carrièreoverzicht, de documentaire werkt eerder als een psychologisch portret van een gemeenschap, die zijn metershoge held allerlei gedachten, handelingen en idealen toedicht en ’s mans gebaren en bewegingen met welhaast religieuze devotie nabootst.

De extra tijd, een vol kwartier, is voor Johan zelf, die in dat geheel eigen onnavolgbare Spaans nog één keer uitlegt hoe het (leven) zit. Probeer maar eens níet aan zijn lippen te hangen.

Cruyff: The Last Match

Aan Johan Cruijff, alweer ruim een jaar geleden overleden, zijn diverse documentaires gewijd. Nummer 14 Johan Cruijff natuurlijk, een zwierige ode aan de grootste Nederlandse voetballer aller tijden uit 1973, met die uit duizenden herkenbare themamuziek van Letty de Jong en good old Tonny Eyk.

Of Johan Cruijff: En Un Memento Dado, een al even poëtische poging van Ramón Gieling uit 2004. Over de liefde van gewone Catalanen voor de Nederlandse verlosser die in 1974 met FC Barcelona eigenhandig een einde maakte aan de heerschappij van aartsrivaal Real Madrid en Catalonië intussen weer wat zelfrespect gaf in de donkere jaren van het Franco-regime.

In de Spaanse documentaire The Last Match (70 min.) uit 2014 blikken voetbalkopstukken als Guardiola, Xavi en Cruijffs zoon Jordi (niet geheel toevallig een Catalaanse naam overigens) terug op zijn ruim veertigjarige relatie met Barcelona als speler, trainer en cultureel fenomeen.