The Boy Band Con: The Lou Pearlman Story

YouTube

Hij was de zesde Backstreet Boy. Het extra bandlid achter de schermen van *NSYNC. Eigenlijk had Lou Pearlman wel echt in een boyband willen zitten. Daarvoor had hij echter niet het talent – en zeker niet het uiterlijk. De corpulente manager was in zijn jonge jaren eerder een schlemiel geweest dan een loverboy, maar mocht later graag in de directe omgeving verkeren van écht populaire jongens. Hij werd overigens ook schathemelrijk van hen.

In de vermakelijke documentaire The Boy Band Con: The Lou Pearlman Story (99 min.) verhalen de voormalige Backstreet Boys en *NSYNC-leden AJ McLean, Lance Bass, JC Chasez en Chris Kirkpatrick en voormalige bandmedewerkers, direct betrokkenen en familieleden, waaronder voormalig tieneridool Aaron Carter en de moeder van Justin Timberlake, over de man die hen eerst wereldberoemd maakte en vervolgens he-le-maal leegzoog.

Terwijl zijn protegés via de rechter los proberen te komen van het wurgcontract dat Pearlman hen ooit liet tekenen, donderen er nog wat andere lijken uit de kast bij de man die ze ooit als een vaderfiguur beschouwden. Hij blijkt een lange historie te hebben van dubieuze deals die teruggaat tot zijn jeugd in Queens, New York, waar hij zijn eerste kapitaal zou hebben vergaard met een krantenwijk en bijbehorende donutservice.

Althans, dat was het verhaal dat Lou zelf daarover ophing. De werkelijkheid is een stuk prozaïscher – al worden sommige claims tegen ‘Big Poppa’, bijvoorbeeld dat zijn vaderrol een onmiskenbaar seksuele ondertoon had, ook niet héél overtuigend onderbouwd. The Boy Band Con is eerst en vooral het verhaal van een notoire flessentrekker, die zonder aanziens des persoons slachtoffers maakt en uiteindelijk helemaal verstrikt raakt in zijn eigen leugens, dat door regisseur Aaron Kunkel vakkundig wordt uitgeserveerd.

In de zomer van 2024 werd door Netflix nog een Lou Pearlman-docu uitgebracht: Dirty Pop: The Boy Band Scam.

The Innocent Man

Netflix

Twee strafzaken die ogenschijnlijk niets met elkaar van doen hebben: de verkrachting van en moord op Debbie Carter in 1982 en de verdwijning van een andere jonge vrouw, Denice Haraway, anderhalf jaar later. Beide misdrijven vonden plaats in Ada, een slaperig stadje in Oklahoma. En in beide zaken werden twee mannen aangeklaagd en veroordeeld. Maar zijn deze vier langgestraften ook werkelijk schuldig? En (wat) hebben de twee verontrustende delicten met elkaar te maken?

De startpositie van de zesdelige documentaireserie The Innocent Man (282 min.), gebaseerd op de enige non fictie-thriller van bestsellerauteur John Grisham, voelt direct vertrouwd: true crime, zoals Amerikaanse documentaireproducenten die tegenwoordig per strekkende meter afleveren. Een enerverende achtbaanrit door het plaatselijke justitiesysteem met bizarre personages, straffe gedramatiseerde scènes en duizelingwekkende plotwendingen en cliffhangers. En, als het enigszins kan: een of meerdere ten onrechte veroordeelden en snode lieden die hen er doelbewust in hebben geluisd.

In dit specifieke geval: mannen die zelf een schuldbekentenis hebben afgelegd en een vrouwelijke getuige met de gave om aan anderen bekentenissen te ontlokken. En ook nu komt het betrokken politiekorps, uit Pontotoc County ditmaal, onder het vergrootglas te liggen. In die zin doet deze serie van Clay Tweel sterk denken aan het in Manitowac County gesitueerde Making A Murderer en moeten er ook vergelijkbare vragen worden beantwoord: zijn er andere verdachten? Hebben zij een logisch motief? En: is de (verplichte) complottheorie geloofwaardig?

Terwijl de successerie over de (onterechte) veroordeling van Steven Avery en Brendan Dassey, die in 2015 uitgroeide tot de standaard voor hedendaagse true crime, erg prekerig en langdradig wordt in het onlangs verschenen tweede seizoen, blijft The Innocent Man behoorlijk op koers en tempo. Het verhaal is wel erg gecompliceerd. Filmmaker Tweel probeert de chronologie en verbanden tussen de twee moordzaken te verduidelijken met een tijdlijn en heeft de ontwikkelingen zoveel mogelijk ondergebracht in afgebakende hoofdstukken. Kijkers moeten niettemin goed bij de les blijven. Na bijna vijf uur moord laat het overkoepelende verhaal zich niet zomaar in enkele zinnen samenvatten.

Aan het eind zet Tweel ‘gelukkig’ de voornaamste argumenten uit het pleidooi van het advocatenteam van de (ten onrechte) veroordeelden nog maar eens netjes op een rij, waarna amateurdetectives in de huiskamer zelf op zoek mogen naar gaten en losse eindjes in dat betoog.