Maar Je Was Er Wèl

c: Janna Stolp

Van één op de tien tot zelfs één op de vier. De schattingen over het aantal zwangerschappen dat, in de eerste zestien weken, resulteert in een miskraam loopt uiteen. Soms heeft de moeder in kwestie nog niet eens door dat ze in verwachting was, in andere gevallen verheugt ze zich al enige tijd op het aanstaande ouderschap en komt het verlies, dat regelmatig in stilte moet worden gedragen, keihard binnen.

In de korte documentaire Maar Je Was Er Wèl (22 min.) van Janna Stolp vertellen drie Nederlandse vrouwen hoe ze hun miskraam hebben beleefd. Annemarie, Marjolijn en Florentine volgen daarbij de loop der dingen: dat allereerste gelukzalige gevoel van zwanger zijn, het moment waarop duidelijk wordt dat er iets mis is en de maalstroom van gebeurtenissen en emoties waarin ze dan terechtkomen.

Want hoewel een miskraam misschien ‘gewoon’ is en ook minder heftig lijkt dan bijvoorbeeld een stilgeboorte of het krijgen van een ernstig gehandicapt kind, kan die wel degelijk veel impact hebben. Allereerst lichamelijk: een lijf is niet ineens níet meer zwanger en moet bovendien afscheid nemen van dat mensje in wording. En daarna psychisch en sociaal: hoeveel verdriet sta je jezelf toe en met wie deel je dit?

‘Maar je hebt toch al een gezond kind?’, hield Annemarie zichzelf bijvoorbeeld voor. ‘Waar ben je dan zo verdrietig om?’ Heel lang gunde ze zichzelf geen gelegenheid om te rouwen. Totdat zij aan zichzelf merkte dat ze andere zwangere vrouwen niet van harte kon feliciteren en werd verteerd door jaloezie. Toen werd ’t tijd om er iets mee te gaan doen. Het kind dat er niet kon zijn toch een plek te geven in haar leven.

Veel vrouwen bedenken hun eigen manier om de pijn te verdoven of onschadelijk te maken. Terwijl doorvoelen en vervolgens accepteren uiteindelijk waarschijnlijk noodzakelijk is om écht verder te kunnen. Janna Stolp omkleedt de getuigenissen van haar hoofdpersonen en hun copingstrategieën met symbolische sequenties, die hun persoonlijke verhalen ondersteunen en van treffende beelden voorzien.

Zo brengt ze een intiem en eenzaam proces in kaart, dat vrouwen en hun partners veelal in stilte ondergaan.

Trailer Maar Je Was Er Wèl

Life Is Not A Competition, But I’m Winning

First Hand Films

De geschiedenis wordt geschreven door de overwinnaars, maar wat betekent dit dan voor degenen waarvan ‘t nooit de bedoeling was dat ze überhaupt zouden deelnemen aan het spel? Met deze vraag begint regisseur Julia Fuhr Mann Life Is Not A Competition, But I’m Winning (79 min.), een hybride van docu en drama over sporters die niet aan de eisen kunnen of willen voldoen die aan Olympische atleten worden gesteld. Want die horen natuurlijk wit, mannelijk en hetero te zijn.

Een collectief van queeratleten begeeft zich naar het Olympisch stadion van Athene om vergeten helden zoals Lina Radke, Stella Walsh en Wilma Rudolph eer te bewijzen – het fictiedeel van deze film. Zeker het verhaal van Walsh is stuitend: als de Olympische kampioene op 69-jarige leeftijd sterft na een gewapende overval, wordt bij de autopsie niet alleen de doodsoorzaak vastgesteld. Tegelijkertijd wordt naar buiten gebracht dat de hardloopster intersekse was. Via zulke pijnlijke verhalen wordt de discriminatie belicht, waarmee vrouwelijke, zwarte en/of LHBTOQ+-sporters krijgen te maken.

Met als dieptepunt de zogenaamde Femininity Certificates, waarvoor atleten moesten aantonen dat ze daadwerkelijk vrouwelijk waren. Dat gebeurde eerst met een controle van hun vrouwelijke geslachtsdelen, daarna via een chromosomentest en tegenwoordig met een check van het testosterongehalte in hun bloed. Als die te hoog is, wordt de sporter uit competitie genomen, zoals bijvoorbeeld de Zuid-Afrikaanse 800 meter-loopster Caster Semenya overkwam. Zulke tests komen overigens pas in beeld bij uitzonderlijke prestaties of sportsters met een toch wel erg mannelijk voorkomen.

Daarnaast belicht Julia Fuhr Mann in deze gestileerde, enigszins bedachte film de persoonlijke verhalen van de transvrouw Amanda Reiter (een Duitse marathonloopster, die na een gewonnen wedstrijd toch werd afgescheept met een zilveren medaille), de voormalige Amerikaanse profvoetbalster Caitlin Fisher (die zich tijdens haar carrière steeds vrouwelijker moest voordoen dan ze zich eigenlijk voelde) en de Oegandese middellange afstandsloopster Annet Negesa (die nooit meer helemaal de oude werd na een verplichte, medisch helemaal niet-noodzakelijke chirurgische ingreep).

Negesa had overigens ook een hoofdrol in de thematisch verwante, welhaast nóg schrijnendere documentaire Category: Woman. Die is traditioneler van opzet, biedt tevens ruimte aan een weerwoord vanuit de sportwereld (beschermen van ‘eerlijke competitie tussen sporters’) en komt daardoor zeker zo hard binnen – al is het ook bij Life Is Not A Competition, But I’m Winning niet moeilijk om mee te voelen met de betrokken sporters en de gewone, kwetsbare mensen die daarachter schuilgaan.

But Now Is Perfect

EO


In Riace kun je betalen met Charlie Chaplin-biljetten, Che Guevara-geld of Martin Luther King-flappen. Tenminste als je een immigrant bent en al een tijd zit te wachten op geld van de Italiaanse overheid. Het is een idee van burgemeester Domenico Lucano, die ervoor zorgde dat de nieuwkomers in zijn dorp in elk geval in hun eerste levensbehoeften konden voorzien. Zonder de gastvrijheid van Lucano, eerder al te zien in de documentaire It Will Be Chaos en een aflevering van Tegenlicht, hadden we nog nooit gehoord van het dorp in de Zuid-Italiaanse regio Calabrië.

Riace is tevens het toneel van But Now Is Perfect (55 min.), de nieuwe film van Carin Goeijers die op het IDFA in première gaat en in competitie is voor de prijs voor beste middellange Nederlandse documentaire. Het Italiaanse dorp, dat een reputatie verwierf als veilige thuishaven voor vluchtelingen en zo de vergrijzing en krimp van het eigen dorp een halt toeriep, ligt alweer enige tijd onder vuur. Net als de burgervader zelf, die ervan wordt beschuldigd dat hij niet zorgvuldig is omgegaan met overheidsgeld. De Italiaanse regering probeert ondertussen Lucano’s droomproject te ontmantelen.

Deze documentaire tekent de menselijke gevolgen daarvan op in de kleine dorpsgemeenschap, waarbinnen oude en nieuwe Italianen samen proberen te leven. Goeijers richt haar aandacht in het bijzonder op de Nigeriaanse vrouw Becky Moses. Ze woont al enkele jaren in Riace en lijkt behoorlijk ingeburgerd, maar moet verplicht vertrekken naar een opvangkamp, elders in de regio. Daar loopt het niet goed met haar af, een dramatische gebeurtenis die de filmmaakster inleidt met een symbolische zwarte kat die door de straten van het dorp zwerft.

Moses laat een flinke schoenencollectie en nog wat andere spullen achter. In de openingsscène van deze documentaire, die wat mij betreft soms wat dichter bij het tragische levensverhaal van de hoofdpersoon had mogen blijven, toont een bevriende dorpsgenoot ze mismoedig aan de camera. Het zijn de restanten van een in de knop gebroken leven – en daarmee ook van een idealistisch experiment, dat rigoureus de nek dreigt te worden omgedraaid.