Blind Ambition

Paradiso Entertainment

‘Het is alsof Egypte meedoet met skiën tijdens de Olympische Winterspelen’, stelt wijnschrijver Tamlyn Currin over het speciaal samengestelde Team Zimbabwe dat aan de wereldkampioenschappen wijnproeven wil meedoen. De vier Zimbabwanen, die los van elkaar en soms met gevaar voor eigen leven hun land zijn ontvlucht, werken nu stuk voor stuk als sommelier in hun nieuwe thuisbasis Zuid-Afrika.

In Château de Gilly in de Bourgogne gaan Joseph Dhafana, Tinashe Nyamudoka, Pardon Taguzu en Marlvin Gwese de strijd aanbinden met 23 andere nationale teams, om de officieuze wereldtitel te bemachtigen. Ze moeten daarvoor blind twaalf wijnen proeven en dan vaststellen uit welke streek die afkomstig zijn, wat de druifsoort is, wie de wijnmaker is geweest en wat het jaar van oorsprong zou kunnen zijn. Team Zimbabwe moet van tevoren met een crowdfundingsactie alleen nog wel 6500 pond ophalen om überhaupt naar Frankrijk te kunnen afreizen.

Die wedstrijd fungeert in deze aardige film van Warwick Ross en Rob Coe in eerste instantie vooral als aansprekend decor voor de persoonlijke verhalen van de vier gevluchte Zimbabwanen. ‘Iedereen moet zich bewust worden van het feit dat migranten geen kakkerlakken zijn die moeten worden vernietigd omdat ze een invasie zijn van onze heilige ruimte’, stelt de Zuid-Afrikaanse dominee Paul Verryn, die Joseph Dhafana na z’n vlucht opving in zijn kerk. ‘Sommige van de meest diepgaand ontwikkelde en ongelooflijk prachtige geesten passen niet op de plek waar wij denken dat ze horen.’

Datzelfde lijkt in Blind Ambition (96 min.) ook een beetje op te gaan voor Joseph en de drie andere zwarte Afrikanen, wanneer zij onder de noemer Team Zimbabwe participeren in een bezigheid voor voornamelijk welgestelde witte mensen. Gelukkig hebben ze een gerenommeerde coach gevonden: Denis Garret. ‘Denis is een spectaculaire man. Heel bizar. Je mag ‘m of je hebt een hekel aan hem.’ Aan het woord is de excentrieke Franse wijnexpert zelf, die deze documentaire een zekere joie de vivre en smakelijke afdronk geeft én de aandacht ook weer richting de wedstrijd stuurt.

Daar – boven een wijnglas, naast een coach waarvan ze vooral last blijken te hebben en in een Frans chateau – worden de vier Afrikanen geconfronteerd met wie ze zijn, waren én willen worden. En dat is, om te beginnen, in elk geval niet allerlaatste.

Descendant

Netflix

Er mag niet over worden gepraat. En toch moet het verhaal levend worden gehouden. Ruim 150 jaar leidt het tragische verhaal van de Clotilda vooral een fluisterend bestaan. Het slavenschip is in april 1860 vanuit Dahomey, het huidige Benin, vertrokken naar Plateau in de zuidelijke Amerikaanse staat Alabama. Aan boord verblijven 110 ‘geïmporteerde Afrikanen’ die zijn besteld door de lokale zakenman Timothy Meaher. Hij vraagt kapitein William Foster om het schip na de aflevering te verbranden en te dumpen in de lokale Mobile River, zodat ze later kunnen doen alsof de Clotilda, het allerlaatste slavenschip dat ooit in de Verenigde Staten is aangemeerd, nooit heeft bestaan.

Dat is echter buiten Kamau Sadiki van het Slave Wrecks Project gerekend. Met een multidisciplinair team wil hij het wrak in 2018 gaan opsporen en zo tastbaar bewijs vinden voor het beladen verleden van de zwarte gemeenschap van Plateau, alias Africatown, dat inmiddels volledig van karakter is veranderd. De familie Meaher woont er echter nog altijd. Met hun onderneming Chippewa Lakes verhuren de erfgenamen van Timothy bovendien grond aan allerlei ernstig vervuilende bedrijven die kanker en andere ziektes zouden hebben veroorzaakt. In het bijzonder bij – om de cirkel rond te maken – de afstammelingen van de Clotilda.

Daarmee lijken alle pionnen op het bord te staan voor een verhitte strijd in Descendant (110 min.). Regisseur Margaret Brown wil echter niet zomaar ‘the blame game’ spelen. De vondst van het schip brengt vooral lastige, maar noodzakelijke gesprekken op gang, die genuanceerd worden afgewikkeld. Mag er van de Clotilda bijvoorbeeld een toeristische attractie worden gemaakt? En zo ja, voor wie zijn dan de revenuen? Hebben de nazaten van het slavenschip recht op herstelbetalingen? Leidt dat automatisch, ruim anderhalve eeuw na dato, tot zoiets als gerechtigheid? En moeten Timothy Meahers erven daar dan een rol in spelen? Hun huidige welstand stoelt immers voor een belangrijk deel op wat hun voorvader ooit verdiende aan de geïmporteerde Afrikanen.

Deze delicate documentaire is doorsneden met voorgelezen fragmenten uit het boek Barracoon waarin de zwarte schrijfster Zora Neale Hurston in 1931 het leven optekende van Cudjo Lewis, de laatste overlevende van de Clotilda. Het heeft maar liefst tot 2017 geduurd voordat Barracoon daadwerkelijk is gepubliceerd. Het boek en schip brengen in Descendant nu een conversatie op gang over het gezamenlijke verleden en de rol die Afro-Amerikanen hebben gespeeld en krijgen toebedeeld in de Amerikaanse historie. En dat geeft weer een basis voor het samen verder leven, met oog voor ieders rol en positie. Want helen en verzoenen kan niet zonder kennen en erkennen.

Walk The Land

Stef Tijdink / Docmakers / Human

Twintig jaar geleden werden de Nederlandse filmmaker Peter Delpeut en cameraman Stef Tijdink, tijdens het maken van de film In Loving Memory (2001), verliefd op de Yorkshire Dales, ‘het mooiste landschap van de wereld’. Ze besluiten om opnieuw naar Noord-Engeland af te reizen, waar ze rond de eeuwwisseling de spoorlijn van Leeds naar Carlisle volgden. De tijd heeft ook hier niet stilgestaan – hoewel het soms wel zo lijkt.

Voor de documentaire Walk The Land (56 min.) nemen ze, niet geheel toevallig, de omgekeerde weg. Ze starten in Carlisle en trekken van daaruit naar het zuiden. Wat in eerste instantie een reguliere trip nostalgia dreigt te worden – met typisch Engelse wandelaars en treinspotters, nostalgische muziek en Delpeut als bespiegelende verteller – krijgt gaandeweg een gelaagder karakter. Want die idyllische, typisch Engelse wereld heeft natuurlijk ook een schaduwzijde, die ze tijdens hun vorige trip nauwelijks hebben opgemerkt – of, al dan niet, bewust hebben genegeerd.

De literatuurhistoricus Corinne Fowler vergelijkt de Yorkshire Dales bijvoorbeeld met een ‘schuldig landschap’, de term waarmee de Nederlandse schrijver/kunstenaar Armando het landschap omschreef dat een loodzwaar verleden met zich meetorst. Het verbergt in haar ogen de achterkant van het grote Britse rijk, in het bijzonder de veelal gekleurde slachtoffers daarvan. Was Heathcliff, de achternaamloze (anti)held van Emily Brontë’s klassieke roman Wuthering Heights uit 1847, bijvoorbeeld wel een witte man? Of toch een slachtoffer van de destijds welig tierende slavenhandel?

Tijdens hun gesprekken met ‘andere’ inwoners van het Verenigd Koninkrijk stuiten Delpeut en Tijdink ook op de zwarte rapper/theatermaker Testament. ‘Dit is mijn land’, zegt hij. ‘Hier ben ik geboren, maar het is wel gebouwd op de rug van zwarte Afrikanen.’ Terwijl ze samen met Testament het prachtige uitzicht op zich laten inwerken, vraagt Delpeut zich af: ‘Van wie is een landschap? Waarom kwam die vraag niet eerder in ons op?’ Voor hem is dat Engeland alleen maar raadselachtiger geworden. Een wereld die echt meer vragen oproept dan ze beantwoordt.

Zoals het een echte reisfilm betaamt laat Walk The Land zijn publiek zo met andere ogen naar een prachtig, vaak allang bekend landschap kijken, terwijl de makers ervan een emotionele ontwikkeling doormaken. Zij gaan anders tegen zichzelf en hun verhouding tot de wereld aankijken.