Messi’s World Cup: The Rise Of A Legend

Apple TV+

Om te kunnen zeggen dat hij groter is dan Diego Maradona – iets wat hij zelf nooit over zijn lippen zou krijgen – zal Lionel Messi toch echt wereldkampioen moeten worden. In 2022 krijgt hij in Qatar zijn allerlaatste kans. En die grijpt hij met beide handen aan. Aan het eind van dat WK, waarin ook het Nederlands elftal nog moet worden verslagen, staat hij met de cup in handen.

In de vierdelige serie Messi’s World Cup: The Rise Of A Legend (182 min.) wordt het hele toernooi nog eens van voor tot achter doorgenomen: van de smadelijke nederlaag in de openingsmatch tegen Saudi-Arabië via die gewonnen strafschoppenserie tegen Oranje naar de finale tegen Frankrijk. En tussendoor zijn er uitstapjes naar Leo’s jeugd, zijn mislukte vorige WK’s en – natuurlijk – Maradona.

Want ook in deze gladde sportproductie, waarin geen cliché wordt geschuwd, moet ’t weer verplicht over de Argentijnse knuffelbeer ‘Diego’ gaan. ‘Ik zou mezelf nooit durven te vergelijken met hem’, antwoordt Leo braaf als de eeuwige vergelijking weer eens aan de orde wordt gesteld. Hij spreekt sowieso liever met zijn voeten. Want uit zijn mond komen doorgaans weinig voltreffers. 

En ook Messi’s coach Lionel Scaloni, zijn medespelers en deskundigen zoals Gary Lineker en Jorge Valdano komen meestal niet verder dan wat al duizenden malen eerder is gezegd over de Argentijnse supervoetballer, zijn gouden linkerbeen en hoe hij binnen het team functioneert – of ze praten hem ongegeneerd naar de mond. Zoals ze ook, sorry, bij Diego Maradona altijd hebben gedaan.

Pas als de serie in aflevering 3 aanbelandt bij ‘de meest memorabele wedstrijd van het toernooi’, krijgt Messi’s World Cup iets van glans en een rauw randje. De hoofdpersoon zelf moet direct glimlachen als hem naar de match tegen Oranje wordt gevraagd. Hij is van tevoren op scherp gezet met een – enigszins verkeerd uitgelegde – uitspraak van de Nederlandse coach Louis van Gaal.

De wedstrijd zelf mondt mede daardoor uit in een gevecht, waarbij in deze miniserie de nadruk ligt op de Nederlandse misdragingen (terwijl de Argentijnen zich ook bepaald niet onbetuigd lieten). En Messi’s provocerende gebaar richting ‘bad guy’ Van Gaal, nadat hij heeft gescoord, wordt behandeld als genoegdoening – niet als het lichtelijk gênante moment waarop een grootheid even zichzelf verliest.

‘s Mans sneer in de catacomben naar Wout Weghorst ‘¿Qué mira’ bobo?’ – wat zoveel betekent als: waar kijk je naar, idioot? – blijkt met een beat eronder zelfs viral te zijn gegaan. Het incident krijgt in deze serie van Tim Pastore, eerder verantwoordelijk voor Messi Meets America, net zoveel aandacht als de halve finale van Argentinië tegen Kroatië. Dat blijkt niet meer dan een formaliteit: 3-0.

En dan blijft voor de slotaflevering van deze promodocuserie alleen de wedstrijd tegen die andere favoriet over: het Frankrijk van steraanvaller Kylian Mbappé. Het wordt een legendarische WK-finale, door Pastore met veel bombast en drama opgediend. Want het verhaal van Messi’s carrière, constateert sportjournalist Gastón Edul treffend, is nu eenmaal geschreven door een briljante scenarioschrijver.

‘Uiteindelijk ben ik maar een joch uit Rosario’, blijft de held zelf nochtans bescheiden, ‘die ervan houdt om met een bal te spelen.’

Voetbaldroom

BNNVARA

‘Tijn?’

‘Nee.’

‘Ali?’

‘Nee.’

‘Diego?’

‘Ja.’ (tweemaal)

‘Dat dacht ik al.’

Secuur noteert technisch coördinator Paul Bahlmann de bevindingen van zijn scouts. ‘Binnen een paar dagen neem ik contact met ze op.’ Voor de zekerheid voegt hij er nog aan toe: ‘En de rest bedanken voor hun aanwezigheid.’

Voetbalvereniging Alphense Boys, begin 2021 door vakblad De Voetbaltrainer voor het tweede achtereenvolgende jaar uitgeroepen tot beste amateurjeugdopleiding van Nederland, neemt zijn opleidingstaak heel serieus. De Zuid-Hollandse club probeert elk jaar enkele spelertjes af te leveren bij een profclub, een BVO in vakjargon. Betaald Voetbal Organisatie. Op hun jaarlijkse Open Dag proberen de Boys alvast nieuwe ruwe diamantjes te ontdekken. ‘En denk aan de hesjes’, voegt Bahlmann zijn scouts aan het eind nog toe. ‘Die moeten weer terug.’

Voor de vierdelige documentaireserie Voetbaldroom (160 min.) zijn Frederick Mansell en Laurens Samsom neergestreken bij de voetbalvereniging uit Alphen aan den Rijn. Ze volgen drie spelertjes van het Onder 13-team en hun ouders: spelverdeler Sinan, verdediger Seth en aanvaller Finn (die overigens de hele zomer heeft doorgetraind met zijn vader). Het gaat er professioneel aan toe. ‘Er is één speler die is aan het veters strikken’, constateert coach Robin Stolwijk bijvoorbeeld tijdens de training. ‘Dus we drukken allemaal even 25 keer op.’

Bij de opleiding van de Rotterdamse BVO Sparta heeft Pjotr van der Marel intussen vastgesteld dat slechts vijf procent van hun jeugdspelers het eerste elftal bereikt. ‘Hoe vroeg moet je nu selecteren?’ vraagt de coördinator opleiding zich af. ‘Er zijn clubs die zeggen: op zesjarige leeftijd kunnen wij zien dat iemand prof is. Dat is gewoon bullshit. Dat is echt onmogelijk.’ De nog altijd pas 24-jarige Dani van der Moot heeft de schaduwzijde van die benadering leren kennen. Ooit was hij één van de sleutelspelers van PSV en het Nederlands jeugdelftal en kreeg hij zelfs het aanbod om naar Liverpool te komen. Nu speelt de spits bij Rijnsburgse Boys.

Deze diepe duik in het Nederlandse jeugdvoetbal toont daarnaast ook de andere kant van de medaille: Marten de Roon en Wout Weghorst behoorden nooit tot de absolute supertalenten en moesten tijdens hun jonge jaren diverse teleurstellingen overwinnen. Inmiddels leven ze echter allebei hun jongensdroom in het grote Oranje. Hoe moeilijk hun weg naar de top ooit was – en de teamgenoten die onderweg afhaakten – zijn ze echter niet vergeten. Dat ze hun ervaringen ook openhartig willen delen, tekent hen als mens en topsporter en vormt tevens een meerwaarde voor deze puike miniserie.

Die is uiteindelijk te beschouwen als een voetbalvariant op de spraakmakende documentaire Turn!. Alle aspecten van de jeugdvoetballerij komen aan de orde. Hoe groot is bijvoorbeeld de kans dat een stage bij een profclub ook daadwerkelijk een aanbod oplevert? Zou het echt toeval zijn als je als voetbalvader bij de drogist een zaakwaarnemer ontmoet? Welk perspectief is er eigenlijk voor talentvolle speelsters? Is het reëel om serieus aan school te blijven werken als je vol voor een toekomst als voetballer gaat? En hoe speel je de depressie weer kwijt die, zo blijkt uit onderzoek van gedragsonderzoeker Marjorie Esajas, zich regelmatig aandient als er wordt doorgeselecteerd en jij dan ineens niet meer ‘die voetballer’ blijkt te zijn?

Zo snijdt Voetbaldroom, waarvoor Frank Evenblij de voice-over verzorgt, vol overtuiging allerlei prangende kwesties aan, die in verschillende geledingen van de jeugdsport opspelen en die door recent onderzoek binnen de turnwereld nog eens extra urgentie hebben gekregen.

Voetbaldroom is hier te bekijken.