One Day Since Yesterday – Peter Bogdanovich And The Lost American Film

Je hebt geen idee wie je bent, zei Orson Welles in de jaren zeventig tegen hem. En inderdaad, bevestigt filmregisseur Peter Bogdanovich in de documentaire One Day Since Yesterday – Peter Bogdanovich And The Lost American Film (59 min.) van Bill Teck uit 2014, in zijn gouden jaren voelde hij zich nooit op z’n plek. ‘Het was alsof iedereen me haatte of op een vreemde manier aankeek. Ik voelde me altijd ongemakkelijk. Behalve als ik alleen was met Cybill.’

De jonge, behoorlijk zelfvoldane Bogdanovich had werkelijk alles: succes, aandacht én Cybill Shepherd, de glamoureuze actrice die een groot deel van de seventies zijn muze en geliefde zou zijn. Bioscoopsuccessen stapelden zich intussen op: van Paper Moon en The Last Picture Show tot What’s Up, Doc?. En toen begon hij aan They All Laughed (1981), een film die door menigeen wordt beschouwd als de laatste film van de jaren zeventig, het decennium waarin eigenzinnige regisseurs de macht grepen in Hollywood en de ene na de andere messcherpe klassieker afleverden.

Tijdens de filmopnames werd Peter Bogdanovich (1939-2022) smoorverliefd op Dorothy Stratten, een beeldschone blondine die al Playboy’s Playmate Of The Year was geweest en nu een filmcarrière ambieerde. Nog vóór hun gezamenlijke project kon worden afgerond werd zij echter vermoord door haar voormalige echtgenoot Paul Snider. Daarna braken er inktzwarte jaren aan voor Bogdanovich, een periode waarin hij zichzelf en zijn carrière even helemaal kwijtraakte. Hij schreef wel een boek over zijn tragische liefde: The Killing Of The Unicorn.

Dit verhaal – van een leven en loopbaan die door een persoonlijk drama helemaal ontsporen – wordt geïllustreerd met veel speelfilmfragmenten en setfoto’s en vervolgens ingekaderd door de man zelf, zijn zus en z’n dochters, waarbij ook persoonlijke medewerkers, collega’s als Quentin Tarantino, Wes Anderson en Noah Baumbach en acteurs waarmee de filmmaker meermaals werkte, zoals Jeff Bridges, Ben Gazzara en Cybill Shepherd, hand- en spandiensten verrichten. Peter Bogdanovich wordt zo de held die zich niet klein laat krijgen. Net als in de film.

En dan blijkt Dorothy Stratten een jongere zus te hebben: Louise.

Curse Of The Chippendales

Was het simpelweg het idee (een groep mannelijke strippers), de chique uitvoering ervan (een soort tegenhanger van Hugh Hefners playmates) of toch de tijdgeest die er nu eenmaal rijp voor was (de eighties, waarin de gevaren van seks en drugs nog nauwelijks werden onderkend)? Feit is dat The Chippendales begin jaren tachtig overal voor uitzinnige ‘ladies only’-avonden begonnen te zorgen.

‘Take it off’ riepen ze vanuit het publiek, totdat de mannen in kwestie alleen nog een minuscule string droegen. Eerst in thuisbasis Los Angeles, daarna in ‘the place to be’ New York en tenslotte op wereldtournee. Waar de blitse binken ook kwamen – in een nachtclub, gemeenschapshuis of plattelandsdisco – ze werden begroet door dolenthousiaste vrouwen van alle leeftijden en gezindten. Moeder de vrouw kon zich dan ineens gedragen als de eerste de beste lellebel.

‘De hele tent werd op zijn kop gezet’, vertelt Michael Rapp, ooit een gewoon onzeker joch, in Curse Of The Chippendales (193 min.) over zijn allereerste optreden als Chippendale. ‘Voor mij!’ De boomlange adonis zou al snel alle schroom van zich afwerpen en een immens populaire Perfect Man-routine ontwikkelen. Die bracht hem tevens in contact met een lieftallige fan, het blonde fotomodel Nancy Dineen. Tezamen vormden ze een droomkoppel.

Het huwelijkse leven laat zich alleen lastig verenigen met het bestaan van een Chippendale. Zoals het runnen van een stripshow ook moeilijk is te combineren met een normale bedrijfsvoering, zo toont deze smeuïge terugblik van Jesse Vile aan. Zodra het Chippendale-businessmodel goed geld begint op te leveren, begint eigenaar Steve Banerjee bijvoorbeeld uitbundig te clashen met enkele (oud)medewerkers. Dat loopt al snel helemaal uit de hand, met moord en doodslag tot gevolg.

Daardoor krijgt met name het slot van deze vierdelige serie een onmiskenbaar true crime-karakter. De drie zwierige delen daarvoor, waarin de nadruk vooral ligt op het ontstaan en uitventen van het Chippendales-concept, zijn echter zeker zo leuk, niet in het minst door het heerlijke beeldmateriaal van übercoole kerels die er alles (behalve hun string) voor over hebben om hun publiek te plezieren en een zeer gemêleerde groep vrouwen die daarvan ongegeneerd geniet. Het blijft een onweerstaanbaar tafereel, dat een kleine veertig jaar later nog altijd tot de verbeelding spreekt.