A Stranger Came To Town


Elk verhaal bestaat uit dezelfde drie elementen, zegt de verteller van A Stranger Came To Town (54 min.). ‘Er is een held met een missie. Vijandige krachten. En een vreemdeling die naar de stad komt.’ Intussen zien we desolate beelden van een ogenschijnlijk vrijwel verlaten stad, in onwerkelijke blauw- en roodtinten. ‘Dit is je houvast’, zegt de verteller nog. ‘Maar staar je er niet blind op.’

De openingsscène van deze fascinerende documentaire van Thomas Vroege voert de kijker met vaste hand naar het hart van Aleppo, de Syrische stad die voor het oog van de wereld, en de camera’s van die wereld, is kapot geschoten tijdens de oorlog die dictator Bashar al-Assad nu al een jaar of zeven uitvecht met zijn eigen bevolking. Vroege, die zijn filmplan ontwikkelde tijdens de IDFA-Mediafonds workshop, introduceert vier inwoners van Aleppo, die de stad bijna allemaal zijn ontvlucht. Ooit woonden ze op een steenworp afstand van elkaar.

Hun indringende getuigenissen, vaak recht in de camera uitgesproken, worden gepaard aan clipachtige sequenties, met de klaagzang van zangeres Jawa Manla en Karim Aouadi als fraaie soundtrack, en burgerbeelden vanuit de stad die tussen méér dan twee vuren zit. Dat levert hachelijke taferelen op. Zo legt een man bijvoorbeeld de paniek op straat vast als een demonstratie met geweervuur wordt beantwoord. Eerst roept hij nog dat ze zich moeten bekommeren om de voor hun ogen gevallen martelaren, later beperkt hij zich tot een steeds wanhopiger ‘Allahu Akbar’.

Halverwege meldt de aangekondigde vreemdeling van dit tragische verhaal zich. In een lange rij witte bussen stoomt de Tawhid-brigade op door het weidse landschap. ‘Aleppo moest bevrijd worden’,  constateert één van de hoofdpersonen, de aandoenlijke adolescent Nahel, enthousiast. Hij organiseerde de eerste ondergrondse protesten tegen Assad. De nieuwe troepen, lid van het Vrije Syrische Leger, worden als helden onthaald. Niet veel later wappert de vlag van hun revolutie in de stad.

Het duurt niet lang voordat ‘Allahu Akbar’ opnieuw door de straten van Aleppo schalt, ditmaal als strijdkreet van ‘de helden van het Vrije Syrische Leger’. De leus wordt uiteindelijk zelfs als een soort voetbalhymne gezongen, de ongemakkelijke opmaat naar het derde bedrijf van deze prachtfilm, waarin diezelfde revolutie zijn ware gezicht laat zien.

Het verhaal dat zich in de tussentijd heeft ontvouwd is misschien niet nieuw, maar slaat nog altijd het wit uit je ogen. Het moet worden verteld, zoveel is duidelijk. Steeds weer. Totdat we de vreemdelingen leren herkennen voor wie ze zijn. En als het verhaal zo virtuoos wordt verteld als in A Stranger Came To Town, voelt het weer nieuw en onontkoombaar.