Potloodventer

BNNVARA / Hollandse Helden

In haar studio nodigt documentairemaker en beeldend kunstenaar Julia Roeselers enkele vrouwen uit om met hen te spreken over hun ervaringen met potloodventers. Zelf kreeg ze als vijfjarig kind, lopend achter een poppenwagen, voor het eerst te maken met zo’n onbekende man die zich in haar aanwezigheid grensoverschrijdend gedroeg. Ze was er danig van in de war. En het was bepaald niet de laatste keer dat Roeselers te maken zou krijgen met een exhibitionist, die z’n sporen naliet in haar bestaan.

In de korte docu Potloodventer (36 min.) ontvangt zij haar gasten in een decor van striptekenaar en filmmaker Guido van Driel. Met zelfgemaakte kleipoppetjes, die met behulp van de stop motion-techniek van animator Inti Mego in beweging worden gezet, bootst Roeselers de situatie na, waarin de vrouwen werden overvallen door een kerel, die naakt uit de bosjes sprong, bij klaarlichte dag z’n geslachtdeel liet zien in de tram of zich op de roltrap van het station omdraaide en z’n gulp opende.

Naderhand waren ze verbijsterd, bang en/of boos – al duurde ’t soms even voordat indaalde wat er was gebeurd. En de ervaring bleef bij hen, die veranderde hun beeld van de wereld. ‘Het deed iets met het gevoel hoe er naar me gekeken werd’, vertelt Marlies bijvoorbeeld. En het deed, natuurlijk, iets met hun beeld van mannen. ‘Ja’, zegt Dana, die nog wel een middelvinger opstak, ongemakkelijk lachend. ‘Dat alle mannen gewoon zwijnen zijn en viespeuken. En dat ze maar één ding willen.’

Om erachter te komen wie deze mannen zijn, heeft Roeselers tevens een oproep geplaatst. Via een anoniem mailadres reageren diverse exhibitionisten. Sommigen ook ongepast, natuurlijk. En er zijn zowaar mannen die haar telefonisch te woord willen staan – en waarbij zij zich enigszins comfortabel voelt. Dit levert interessante inzichten op. Zo noemt de één zichzelf ‘slachtoffer van mijn eigen ongeneeslijke lust’, terwijl een ander bezweert dat hij verder ‘ook maar een normaal mens’ is.

Consultant Andy (29), die het venten achter zich lijkt te hebben gelaten, is zelfs bereid om zich in de studio, geanonimiseerd, aan de tand te laten voelen over hoe dat ‘flashen’ voelt, wat het oplevert en wanneer ie ooit is begonnen – en wat vrouwen tegen mannen zoals hij kunnen doen. En net als de andere potloodventers klinkt Andy daarbij heel redelijk en volstrekt normaal, terwijl zijn gedrag dat natuurlijk op geen enkele manier was. En, niet te vergeten, talloze slachtoffers heeft gemaakt.

Met het toevoegen van zulke ‘vieze, enge mannen’ krijgt deze film een kartelrandje en verdiepende laag. En zij helpen ook, in zoverre dat nog nodig was, een hardnekkig misverstand de wereld uit: dat sommige slachtoffers ’t over zichzelf hebben afgeroepen. Die vrouwen doen er in wezen niet toe, lijkt hun boodschap. Het gaat exhibitionisten louter om het bevredigen van hun eigen behoeften. Intussen ontnemen zij willekeurige vrouwen natuurlijk wel hun basisgevoel van veiligheid.

En deze ingenieus opgezette film agendeert dat actuele thema nog eens op een even indringende als oorspronkelijke manier.

De Butlers

BIND

‘Jullie service hier in de ochtend moet zijn als frisse lucht die hier binnenwaait, moet schoonheid en poëzie zijn’, houdt Robert Wennekes van The International Butler Academy (TIBA) in Simpelveld de butlers in opleiding voor. ‘Perfectie is wat ze zoeken en waar jullie naar streven.’

Ze hebben zich vanuit landen zoals Brazilië, de Verenigde Staten en Georgië gemeld om in Limburg een tienweeks trainingsprogramma te volgen – nee: te ondergaan – in een Downton Abbey-achtige omgeving en sfeer. De aspirant-butlers worden bij TIBA opgevoed met een ogenschijnlijk tamelijk archaïsch idee van etiquette en leren bijvoorbeeld eten serveren, strijken, schoenen poetsen, wijn schenken en de werkgever uit de regen houden.

In de chique vierdelige serie De Butlers (108 min.) observeert Marlies Smeenge hoe ’t hen daarbij vergaat. Wennekes is in elk geval een strenge leermeester, een man die hen nu alvast klaarstoomt voor een veeleisende werkgever. ‘Nee, verkeerd!’, corrigeert hij de verbouwereerde trainees bijvoorbeeld ferm. ‘Je kunt je geen fout veroorloven.’ En als ‘t in zijn ogen helemaal fout gaat, schreeuwt de opperbutler hen rustig toe dat de service ‘fucking terrible’ was.

Uit zijn mond klinkt feedback als ‘Beter. Niet perfect, maar beter.’ zowaar als een enorm compliment. Pas later, zoals dat gaat bij trainingen waarbij de deelnemers eerst worden afgebroken en daarna weer langzaam worden opgebouwd, laat hij ook zijn waardering zien in deze serie, die zich volledig afspeelt binnen de setting van TIBA en invoelbaar maakt hoeveel plichtsbetrachting, doorzettingsvermogen en discipline er nodig zijn om je staande te kunnen houden binnen dit strenge regime.

Uiteindelijk leven zij (en wij) toe naar de verplichte apotheose van dit soort opleidingsfilms: het moment waarop wordt bepaald of de butlers daadwerkelijk hun opwachting kunnen maken in ‘a world of style, elegance, decorum and exceptional service’. En daarna mogen ze, als alles naar wens is verlopen, een gelofte uitspreken: ‘Ik beloof de filosofie, regels en principes te respecteren en te volgen van The International Butler Academy en de normen en waarden die het vertegenwoordigt…’

Door De Bomen

marliessteenge.com

Als peuter stond hij erop dat zijn ouders hem de Latijnse namen van bloemen vertelden. Anders kreeg Tim van Eede een driftbui. In de kleuterklas voorzag het jongetje niet veel later toch wel een probleem met zijn juf over Pasen: zij geloofde in God, terwijl hijzelf toch echt de evolutietheorie aanhing. Rond diezelfde leeftijd begon Tim thuis ook al, eerst stiekem, in de Harry Potter-boeken te lezen.

Intussen liep hij helemaal vast op school. Zijn hoogbegaafdheid dreigde daar een handicap te worden. In groep 4 kwam Tim voor het eerst thuis te zitten. ‘Op een ochtend vroeg hij: waarom breng je mij nog naar school, want je weet toch wel dat ik daar heel ongelukkig word?’ herinnert zijn moeder Liane zich geëmotioneerd. ‘Toen was-ie echt nog heel klein en zette hij ook zijn voeten tegen de deurpost. Ik moest hem echt naar binnen sleuren.’

Inmiddels is Tim van Eede zeventien en diverse ‘bore-outs’ verder. Marlies Smeenge portretteert hem in Door De Bomen (25 min.) als hij zichzelf terug heeft gevonden door te bushcraften in de natuur. Tim gaat ook weer studeren. Aan de Mandeville Academy, volgens dagelijks leider Harry Veenendaal ‘de meest elitaire school van Nederland’. Op dit speciale internaat voor hoogbegaafden krijgen de jongeren – jongens – klassiek onderwijs, maar wordt er ook gewerkt aan hun zelfvertrouwen en bildung.

Via Tim en zijn studiegenoten zoomt Smeenge in op de naar schatting 15.000 tot 20.000 Nederlandse kinderen die, bijvoorbeeld vanwege hoogbegaafdheid, niet naar school gaan. Net als Tim gedijen zij bij een aanpak die recht doet aan hun intellect en oog heeft voor hun individuele persoonlijkheid.