Conversations With A Killer: The John Wayne Gacy Tapes

Netflix

Van november 1979 tot april 1980 voerde John Wayne Gacy, in afwachting van een rechtszaak vanwege moord, gesprekken met een medewerkers van zijn eigen verdedigingsteam, iemand waarvan de identiteit nog altijd onbekend moet blijven van z’n familie. De opnamen, zestig uur in totaal, zijn voor het eerst te horen in de driedelige documentaireserie Conversations With A Killer: The John Wayne Gacy Tapes (185 min.) van true crime-crack Joe Berlinger, die in 2019 al een serie afleverde over een andere beruchte seriemoordenaar: Conversations With A Killer: The Ted Bundy Tapes.

In de kruipruimte onder het huis van Gacy in Des Plaines, een stadje ten noordwesten van Chicago, heeft de politie eind 1978 de lijken van bijna dertig jonge mannen aangetroffen. Dat griezelverhaal is al talloze malen verteld – niet zo lang geleden in de sterke docuserie John Wayne Gacy: Devil In Disguise, opgebouwd rond gesprekken die de killer had met de befaamde FBI-profiler Robert Ressler – maar blijft onverminderd tot de verbeelding spreken. Niet vreemd: Gacy was een lokaal bekende ondernemer, deed dienst als voorzitter van de plaatselijke afdeling van de Democratische Partij en stond zelfs op de foto met Rosalynn Carter, de vrouw van de toenmalige Amerikaanse president.

De joviale baas van aannemersbedrijf Painting Decorating Maintenance, die in zijn vrije tijd graag op kinderfeestjes kwam opdraven als Pogo The Clown en nog altijd voortleeft als de personificatie van de horrorclown, had al eens eerder in de gevangenis gezeten. Vanwege sodomie. Dat had hem ook zijn huwelijk gekost. Toen hij begin jaren zeventig opnieuw trouwde besloot hij volgens eigen zeggen om eerlijk te zijn naar zijn tweede echtgenote. ‘Ik wilde vertellen dat ik biseksueel was en me inliet met andere dingen, maar dat ik geen homo was of zo’, legt hij, volgens een geheel eigen logica, uit op de nieuwe audio-opnames. ‘Daar hoefde ze niet bang voor te zijn. Ik was tegen ze. Ze waren ziek en zwak.’

John Gacy – zou die tweede naam, Wayne, overigens ooit zijn toegevoegd om van hem de absolute tegenpool te maken van de ‘all American hero’ John Wayne? – ging zijn geperverteerde lusten en (zelf)woede genadeloos botvieren op de jongens die hij naar zijn huis wist te lokken. De agenten die hem destijds inrekenden kunnen de geur van hun rottende vlees en de bijbehorende beelden van ontbindende lichamen ruim veertig jaar later nog altijd moeiteloos oproepen. Hoe vaak zouden die sindsdien al hebben verteld over die macabere zoektocht door Gacy’s woning en hun ervaringen met de heer des huizes? En, zo bezien, delen zij nu werkelijk hun herinneringen of het logische verhaal dat ze daarvan ooit hebben gemaakt?

Berlinger laat hen in elk geval gewoon weer hun verhaal doen en ruimt tevens plek in voor een oude celmaat van John Wayne Gacy, zijn advocaten, een overlevende, de openbaar aanklagers, een voormalige medewerker en nabestaanden van enkele slachtoffers. Hun herinneringen worden gestut met nieuwsbeelden, naargeestige collageachtige sequenties en een onheilszwangere soundtrack. Zo wordt de huiveringwekkende geschiedenis van de sadistische moordenaar weer opgedist. Adequaat en kundig, met enkele eigen accenten, zoals de nadruk op de homoseksualiteit van veel slachtoffers. Daardoor kwam de politie waarschijnlijk later dan gebruikelijk in actie en kon Gacy dus langer ongestoord zijn gang gaan.

Uiteindelijk is het echter lastig om nog iets wezenlijks toe te voegen aan een levensverhaal dat al zo vaak, in al z’n gore details, is verteld. Ondanks hun schokkende karakter zijn de daden van John Wayne Gacy bijna vertrouwd gaan voelen. Tegelijkertijd blijft het schokkend om de man zelf bijvoorbeeld te horen vertellen dat hij heeft genoten van de rechtszaak. ‘Ik sta graag in het middelpunt’, zegt hij op de opnametapes. ‘Maar ik heb het ook verdiend. Niemand anders is weggekomen met wat ik heb gedaan.’

High Maintenance – The Life And Work Of Dani Karavan

Heymann Brothers Films

‘Hoe voelt iemand zich als de natuur tot hem spreekt?’ vraagt filmmaker Barak Heymann sceptisch.

‘Dat zou jij nooit kunnen begrijpen’, antwoordt Dani Karavan. ‘Alleen een echte kunstenaar kan dat. Meer zeg ik niet.’

‘Kom op, papa’, bemoeit Karavans dochter Tammy zich nu met het gesprek. ‘Wees aardig!’

‘Dat ben ik’, zegt die narrig glimlachend.

In de openingsscène van dit lekker wringende portret van Karavan, die afgelopen jaar overleed, bezoekt dit drietal het Negev Monument in Be’er Sheva te Israël. Daar heeft de hoogbejaarde architect, die in de hele wereld bekendheid geniet vanwege zijn monumenten voor slachtoffers van de Holocaust, zojuist verteld hoe de wind daar in een kolossale pijp blaast en zo een soort muziek voortbrengt.

Op die manier zou hij zelf ooit zijn ‘geroepen’. Karavan: ‘Ik luister ook naar mijn vrouw en dochters, maar de natuur heeft natuurlijk een ongelofelijke kracht. De natuur praat nooit over Netanyahu, begrijp je?’ En met die opmerking over Israëls langstzittende premier, die in 2021 afscheid heeft moeten nemen, begint het gekibbel met Heymann weer van voor af aan, over politieke kunst ditmaal, waarbij Karavan uiteindelijk bij een schilderij van Picasso terecht komt. De documentairemaker heeft er nog nooit van gehoord. ‘Die vent weet niet eens wat Guernica is’, gebaart zijn hoofdpersoon naar Tammy. Hier spenderen we onze tijd niet meer aan. ‘Ik ben bereid om je gratis kunstles te geven’, zegt hij nog vijandig. ‘Helemaal gratis.’

High Maintenance – The Life And Work Of Dani Karavan (54 min.) is een film over een man die heel wat onderhoud nodig heeft. Net als zijn werk. En daar ontbreekt het nogal eens aan, constateert hij bitter in deze film, waarin Barak Heymann hem regelmatig op scherp zet als ze samen op allerlei plekken zijn monumenten bezoeken. Het ene ontwerp is wel ‘heel heel heel heel eenvoudig’, het andere zou volgens de interviewer ook bedacht kunnen zijn door een tweedejaars student. Karavan wordt zo uitgedaagd om zijn visie te expliciteren en zo nodig te verdedigen. Intussen komt hij ook elders onder vuur te liggen. Wordt zijn kunstwerk bij het POLIN Museum in Warschau bijvoorbeeld door Polen gebruikt om het dubieuze oorlogsverleden wit te wassen?

Uiteindelijk, na flink doorvragen, komt dan vanachter zijn pantser ook de broze oude man tevoorschijn. Die in deze lekker stekelige film worstelt met zijn gezondheid, zijn naasten aanhaalt en nadenkt over wat hij nalaat, als straks, over niet al te lange tijd, het licht uitgaat.