Cowboy Cartel

Apple TV+

De nieuwe politiecommissaris van het Mexicaanse grensstadje Nuevo Laredo laat weten dat hij echt niet bang is voor het drugskartel Los Zetas. Een reactie van de nietsontziende bende, die bestaat uit overgelopen leden van een speciale eenheid van het Mexicaanse leger, laat niet lang op zich wachten: op zijn allereerste werkdag wordt de man doorzeefd met kogels. De boodschap is glashelder: wij, en niemand anders, maken hier de dienst uit.

Wij, dat zijn: Zetas-baas Miguel Treviño (Z40) en zijn broer Omar (Z42), die Los Zetas bestieren als een paramilitaire organisatie. En zij willen maar al te graag hun vleugels uitslaan naar de andere kant van de Rio Grande-rivier, de grens met de Verenigde Staten. Daar, in de Amerikaanse zustergemeente Laredo, zint FBI-agent Scott Lawson in 2010 op tegenmaatregelen. En dan stuit hij op een opmerkelijke transactie: in Oklahoma City wordt een peperduur racepaard gekocht door een onbeduidende metselaar: ene José Treviño. Juist, de broer van Miguel en Omar.

Bieden paardenrennen en de lucratieve handel in potentiële prijzenpakkers misschien een ingang om Los Zetas een kopje kleiner te maken? vraagt Lawson zich af in Cowboy Cartel (184 min.), een vierdelige serie van Dan Johnstone en Castor Fernandez. Wast het gevreesde kartel zo misschien z’n inkomsten wit? Samen met enkele collega’s, insiders en informanten bijt de gedreven FBI-agent zich vast in de zaak. Hij huldigt daarbij een principe dat zich al talloze malen heeft bewezen in de strijd tegen de georganiseerde misdaad: follow the (drugs)money.

Terwijl Scott Lawson en z’n multidisciplinaire team in deze serie minutieus reconstrueren hoe ze bewijs verzamelen tegen het drugskartel – vervat in nét iets te gelikte, een enkele keer zelfs bijna melige reconstructiescènes, met natuurlijk zo nu en dan ook Narcos-achtige latinmuziek erbij – schetsen Johnstone en Fernandez het schrikbewind van Los Zetas, waarvan ‘t zelfs bij de stoerste federaal agent dun door de broek loopt. Ze doen dat een beetje vanuit de losse pols. Via enkele sprekende incidenten, waarbij het grotere verhaal wel is te bedenken.

Deze miniserie zet liever in op de gewiekste Amerikaanse operatie om Z40, Z42 en hun trawanten uit te schakelen. Die focus op het spannende kat- en muisspel tussen politie en criminelen zorgt er wel voor dat de verpletterende invloed die drugskartels zoals Los Zetas hebben op de Mexicaanse samenleving en de grensregio, en de vervlechting van onder- en bovenwereld die daarmee gepaard gaat, wat onderbelicht blijft. Zo bezien laat Cowboy Cartel ook nog wel wat te wensen over.

Follow Me

Afgelopen week stak Memphis, die overigens ook heel aardig kan voetballen, en plein publique een dikke sigaar op omdat zijn Instagram-account inmiddels vijf miljoen volgers heeft. Depay, die de voorkeur geeft aan zijn voor/merknaam ‘Memphis’, geldt tegenwoordig niet alleen als begaafde spits. Hij is net zo goed ‘influencer’. Wat dat ook moge zijn.

In Follow Me (86 min.) duikt Asri Bendacha uit Dubai in de wereld van Instagram, Facebook, Snapchat en YouTube. Asri wil ook ‘beïnvloeder’ worden, zegt hij. Zijn startpositie is echter belabberd: op de kop af nul volgers. Want daar draait het allemaal om in de wereld van de sociale media. Niet: wie ben je, wat kun je of waar sta je voor? Maar: hoeveel likes en volgers heb je?

Bendacha spreekt met diverse influencers, met name uit het Midden-Oosten. In hoeverre voelen ze zich verantwoordelijk voor hun posts en volgers? Of laten ze zichzelf zonder al te veel nadenken reduceren tot wandelende reclamezuil? Zoals DJ Khaled die onder de douche laat zien met welke zeep hij zichzelf wast. ‘Alles is zo echt aan hem’, zegt de bevriende radiomaker DJ Nasty niettemin met een stalen gezicht tegen Bendacha. ‘Mensen houden daarvan. Het is authentiek.’

Over ‘authenticiteit’ gesproken: sommigen Instagrammers hebben last van ernstige ‘influenza’ en kopen volgers: echte (levende mensen, die op je posts gaan reageren) of volledig verzonnen volgers (de zogenaamde bots). Als een vleesgeworden avatar werpt ook Bendacha zichzelf in de strijd om de aandacht – al wordt dat nooit helemaal geloofwaardig en soms ronduit krampachtig. In Los Angeles vraagt hij bijvoorbeeld aan willekeurige mensen of ze weten waar Selena Gomez woont, de beroemdheid met de meeste Instagram-volgers. Zij zou hem aan een grotere achterban kunnen helpen.

En natuurlijk probeert Asri Bendacha z’n populaire interviewkandidaten ook voor zijn eigen karretje te spannen. Of ze hem alstjeblieft kunnen gaan volgen en een oproepje willen doen aan hun volgers. Zodat hun netwerk het zijne wordt. Uiteindelijk geldt echter voor zowel Follow Me als voor de maker ervan, die tot dusver is blijven steken op een (blijkbaar) treurig aantal van 5000 volgers: in tegenstelling tot Memphis schoppen ze niet echt een deuk in een pakje boter.

En alsof de Duivel ermee speelt – en in het geval van Instagram zou dat best toepasselijk zijn – verscheen er vorige week nóg een documentaire getiteld Follow Me. Met een hashtag ervoor ditmaal. #followme (49 min.) dus.

De Nederlander Nicolaas Veul verbaast zich over de schijn van ‘Insta’, het kopen van nepvolgers en Instagram als stiekeme winkeletalage. Een interessante televisiedocu over de uitwassen van de social media-cultuur, die zijn naamgenoot uit Dubai eigenlijk moeiteloos overvleugelt.

De Nederlandse documentaire #followme is hier te bekijken.