Schijnbewegingen: Over Voetbal En Dans

Rudi van Dantzig & Johan Cruijff / NOS Collectie Rudi van Dantzig

Hij oogt als een vis in het water: Johan Cruijff in een balletzaal. Geconcentreerd kijkt de beste Nederlandse voetballer aller tijden toe hoe choreograaf Rudi van Dantzig aan het werk is met Clint Farha, de topdanser van het Nationaal Ballet. Hij herkent de hand van de meester. Van Dantzig geeft het ritme aan en laat zijn protegé zweten. Er wordt urenlang gerepeteerd.

‘En iemand wie keihard traint’, stelt Cruijff op geheel eigen wijze in Schijnbewegingen: Over Voetbal En Dans (59 min.) uit 1988. ‘Dat is bloed, zweet en tranen.’ De toenmalige trainer/coach van Ajax, in die tijd vrijwel altijd met een sigaret in de hand, heeft tegenover Van Dantzig plaatsgenomen voor een tweegesprek onder leiding van Frits Barend, waarin de overeenkomsten tussen voetbal en ballet worden onderzocht. Van Dantzig stelt op zijn beurt dat hij zich regelmatig heeft laten inspireren door het Ajax van Cruijff en Michels.

Voor hedendaagse begrippen zou het dubbelinterview met de twee grootheden soms wel een zetje of wat meer tempo kunnen gebruiken. Het wordt in deze tv-docu, geregisseerd door Piet Erkelens en Pim Marks, echter omlijst door fraaie sequenties van een indrukwekkende solo van Farha (op Bachs Air On G String) en hoogstandjes van topspits Marco van Basten (opgeleukt met lekker campy jaren tachtig-muziek).

Schijnbewegingen wordt bovendien tot een fraaie climax gebracht met een meeslepende parallelmontage van een voorstelling van de excellerende Farha en het Nationaal Ballet en een Europa Cup 2-wedstrijd waarin het Ajax van Van Basten, Menzo en Rijkaard het in de eigen Meer opneemt tegen het Zweedse Malmö FF. Sport en kunst verworden in die apotheose voor heel even tot elkaars evenbeeld.

Naderhand geeft Van Dantzig zijn protegé in de coulissen een welgemeend schouderklopje en wordt in de Ajax-kleedkamer luidkeels ‘Johan Cruijff, Johan Cruijff, Johan Cruijff, Johan Cruijff, Johan Cruijff, Johan Cruuuiiijjjff’ gezongen.

Push

De mensenrechten van inwoners van pak ‘m beet Barcelona, Toronto, Valparaiso, Londen en Seoul worden met voeten getreden, zo is de vaste overtuiging van de Canadese advocate Leilani Farha, die als speciale rapporteur voor de Verenigde Naties het thema ‘adequate housing’ beheert. Het op grote schaal speculeren met woningen en leefomgevingen moet worden gestopt. ‘Goud is geen mensenrecht’, zegt ze. ‘Een fatsoenlijk huis wel.’

Het gegeven dat in westerse steden hele woonwijken worden opgekocht door buitenlandse investeerders, de oorspronkelijke bevolking vertrekt of wordt weggepest en overal ‘dood gebied’ dreigt te ontstaan, spreekt natuurlijk minder tot de verbeelding dan oorlog, ziekte of armoede. Daarvoor krijgt ze dus ook moeilijk de handen op elkaar bij VN-gedelegeerden. Als hoofdpersoon van Push (91 min.) grijpt Farha alsnog de kans om haar punt kracht bij te zetten.

Deze boeiende documentaire van de Deense filmer Fredrik Gertten buigt zich over de oververhitte huizenmarkt, gentrificatie en de ongegeneerde handel in onroerend goed. Een pijnlijk voorbeeld is de Grenfell Tower in Londen. Nadat flatbewoners jaren hadden gewaarschuwd voor veiligheidsproblemen, brak er in 2017 brand uit. 72 bewoners vonden de dood. Ruim tweehonderd mensen raakten bovendien thuisloos. En diezelfde tragedie wordt nu benut om de wijk, liefst zonder hen, te upgraden.

Econoom Joseph Stiglitz plaatst dit fenomeen, dat ook in andere wereldsteden is te ontwaren, in het kader van de extreme vrije markt-ideologie die jarenlang is gepropageerd door zijn invloedrijke collega Milton Friedman. Die ging er vanuit dat minder regeltjes automatisch tot meer groei zou leiden. Dat zou uiteindelijk voor iedereen goed zijn. Elke vorm van moraliteit werd intussen terzijde geschoven, aldus Stiglitz. En dat zien we nu. ‘Je kunt geld verdienen door de wereld te vernietigen. En daar is echt iets mis mee.’

VN-rapporteur Leilani Farha wil in dat verband bijvoorbeeld graag in contact komen met het investeringsfonds Blackstone. Deze ‘aasgieren’ spelen overal ter wereld een soort real life-Monopoly met de huizen, straten en buurten van gewone mensen. Zulke internationaal opererende ondernemingen laten zich alleen niet gemakkelijk ter verantwoording roepen. Als ze weer eens bot vangt, zorgt dat voor elementaire twijfel bij Farha. ‘Ben ik belachelijk?’ vraagt ze zich hardop af.

Niet veel later hervindt ze de kracht om haar verhaal te blijven doen en verbinding te zoeken met lokale bestuurders. Want als het urgente Push één ding duidelijk maakt, is dat elke burgemeester van een grote stad, waar ook ter wereld, met min of meer dezelfde problematiek kampt.