The Devil Next Door

Netflix

Voor menige Israëliër was eind jaren tachtig een proces eigenlijk overbodig. John Demjanjuk, een voormalige medewerker van de Ford-fabriek in Cleveland, moest wel de beul zijn die in het nazi-vernietigingskamp Treblinka eigenhandig tienduizenden Joden had vermoord. Daarover kon – en mocht – geen discussie zijn. ‘Ik was er honderd procent van overtuigd dat Demjanjuk niet Iwan de Verschrikkelijke was’, zegt zijn flamboyante Israëlische advocaat Yoram Sheftel. ‘En ik was er honderd procent van overtuigd dat hij schuldig bevonden en ter dood veroordeeld zou worden.’

Sheftel is één van de blikvangers van de puike vijfdelige documentaireserie The Devil Next Door (222 min.) van Yossi Bloch en Daniel Sivan. ‘Ik heb van elke seconde genoten’, stelt de onvoorstelbaar pedante advocaat zelfs over de geruchtmakende rechtszaak tegen de vermeende oorlogsmisdadiger. En, inderdaad, het ‘showproces’ is nog niet afgerond of Sheftel heeft al een boek in de winkel liggen. Ruim dertig jaar na dato spugen zijn voormalige opponenten nog altijd op de man die duidelijk garen heeft gesponnen bij de kwestie John Demjanjuk, die in de Joodse gemeenschap zo ontzettend veel emotie losmaakte.

Vrijspraak zou een ongelooflijke klap in het gezicht zijn van de mensen die hem zeggen te herkennen als Iwan de Verschrikkelijke, de man die hele families uitmoordde en henzelf voor het leven tekende. Maar hoe betrouwbaar zijn ooggetuigen eigenlijk? Zeker als ze zwaar getraumatiseerd zijn en er sinds de gruwelijke daden bovendien meer dan veertig jaar is verstreken? Zulke godsonmogelijke dilemma’s maken van The Devil Next Door, waarin zowel Demjanjuks kleinzoon, schoonzoon en advocaten als de toenmalige aanklagers en rechters participeren, een fascinerende, aangrijpende en nog altijd actuele serie.

The Accountant Of Auschwitz

Netflix

Vrolijke marsmuziek klinkt in de openingsscène van deze film. In beeld verschijnt de zwart-wit foto van een jonge militair. Rond brilletje, melancholiek gezicht. De stem van deze Oskar Gröning zorgt voor de herinneringen bij archiefbeelden van een concentratiekamp. ‘Het hoofdkamp van Auschwitz was net een klein dorp, met veel geroddel en geklets. Er was een kantine, een bioscoop.’ Intussen zien we hoe gezellig de medewerkers van het beruchte kamp ‘t hadden met elkaar. De opgewekte muziek zwelt weer aan: ‘Links um die Ecke…’ In het kader van de vrijetijdsbesteding wordt er enthousiast gesport. De atleten hebben ook mooie trainingspakjes aan, met een SS-embleem erop.

‘Het was een plek waar je vriendschappen voor het leven opdeed en waar ik met veel plezier op terugkijk’, blikt Gröning bij de start van The Accountant Of Auschwitz (75 min.) met weemoedige stem terug. Inmiddels wordt het archiefmateriaal van de levenslustige jongelingen afgewisseld met de huiveringwekkende beelden die we doorgaans associëren met het vernietigingskamp. ‘We waren ervan overtuigd dat we verraden waren door de hele wereld en dat er een grote samenzwering van Joden tegen ons was’, zegt de kampmedewerker nu, op zoek naar een verklaring en rechtvaardiging voor zijn eigen gedrag in de Tweede Wereldoorlog.

‘Maar je moet je toch hebben gerealiseerd dat zeker die kinderen je helemaal niets misdaan kunnen hebben?’ werpt de interviewer van dienst tegen, terwijl de alomtegenwoordige marsmuziek gaandeweg helemaal vastloopt en de openingsscène aan zijn einde komt. ‘Die kinderen zijn op het moment zelf natuurlijk niet de vijand’, stelt Gröning. ‘De vijand is het bloed dat door hun aderen stroomt.’ Die gedachtegang maakte het voor de Duitser (blijkbaar) mogelijk om te werken bij Auschwitz. Zijn werk in het kamp was voor hem een normale baan. De één werkt nu eenmaal bij Philips of Volkswagen, een ander bij de Firma Endlösung.

Oskar Gröning verzamelde bijvoorbeeld de spullen van Joden die aankwamen in het vernietigingskamp. Zij hadden die immers toch niet meer nodig – waaruit je overigens meteen kunt afleiden dat hij er wel degelijk van op de hoogte was wat er met de nieuwe kampgasten zou gaan gebeuren. Maar is de man, die zelf ogenschijnlijk verder geen geweldsdaden pleegde, daarmee ook (mede)verantwoordelijk voor de genocide die in zijn directe werkomgeving plaatsvond?

Die principiële vraag drijft deze film van Matthew Shoychet, waarin De Zaak Gröning wordt geplaatst tegen de achtergrond van rechtszaken tegen oorlogsmisdadigers (die verdacht vaak met een heel beperkte straf zijn weggekomen). Van beruchte beulen als John Demjanjuk lijkt het logisch dat ze tot in lengte van dagen worden vervolgd, maar kun je ook iemand veroordelen die zelf geen mens heeft vermoord en daartoe ook niet de opdracht heeft gegeven? En: wanneer houdt iemands schuld op?