Eat The Rich: The GameStop Saga

Netflix

Hedgefondsen als Citadel, Point72 en Melvin Capital weten het zeker: GameStop gaat kapot. En dat is, tenminste in de wereld van het aasgierkapitalisme, een geweldige kans om eens goed binnen te lopen. De fondsen besluiten om aandelen van de Amerikaanse videogameketen te ‘short sellen’. Met andere woorden: aandelen van hun klanten te verkopen, zodat ze die straks goedkoper kunnen terugkopen voor hen. En het verschil, dat al snel ettelijke miljoenen kan belopen, is dan voor henzelf.

Dat er intussen wellicht een bedrijf onderuit gaat, medewerkers op straat komen te staan en hele gezinnen hun huis kwijtraken, soit. Dat is nu eenmaal the (p)art of the deal. Daarmee hebben deze nietsontziende roofdieren echter buiten Robinhood (!) gerekend, een app waarmee kleine beleggers in aandelen kunnen handelen. In hun eigen Reddit-groep WallStreetBets besluiten ze, aangevuurd door hun eigen deskundige ‘Roaring Kitty’, om tegen de markt in te gaan beleggen. Zij beginnen en masse GameStop-aandelen te kopen. En daarmee worden de rollen ineens omgedraaid.

De driedelige docuserie Eat The Rich: The GameStop Saga (109 min.) reconstrueert hoe de kleine investeerders zo in 2020, in het hart van de COVID-19 pandemie, ineens al die dik/duurbetaalde hedgefondsmanagers schaakmat zetten – en daarmee het complete systeem onderuit dreigen te halen. Want zij moeten de verkochte aandelen nu ineens tegen een veel hogere prijs terugkopen. ‘Dit is de gameficatie van de markt’, zegt hun aartsvijand Andrew Left van Citron Research (in WallStreetBet-taal: Shitron Research). Of zoals Washington Post-journalist Taylor Lorenz het dramatisch formuleert: ‘Laten we de economie vernietigen.’

Regisseur Theo Love roept voor deze miniserie de hulp in van allerlei beursdeskundigen, probeert ingewikkelde financiële materie met hen in Jip & Janneke-taal te vatten en laat verteller Guy Raz alle elementen vervolgens met ontzettend veel humor en allerlei beeldgrapjes bij elkaar brengen. Zo creëert Love (die eerder een soortgelijke ‘tone of voice’ aansloeg in McMillions en The Legend Of Cocaine Island) een onweerstaanbaar Davids tegen Goliath-verhaal, waarin al die kleine luyden – een doodgewoon gezinnetje, dolkomisch rapgroepje of karikaturale would be-influencer bijvoorbeeld – de show stelen.

En dan, als donderslag bij heldere hemel, blijkt het ineens niet meer mogelijk te zijn om GameStop-aandelen te kopen, waardoor al die kleine beleggers alsnog het onderspit dreigen te delven. Paniek om niks of toch grove marktmanipulatie? En zo ja, door wie- dan? Dat zijn de vragen waarmee deze bijzonder vermakelijke en toch wel degelijk serieus te nemen serie, over een volstrekt amorele wereld die meer dan eens de geur van gebakken lucht afgeeft, op zijn ontluisterende einde afstevent.

Love It Was Not

Piece Of Magic

Ze stráált. Een vitale jonge vrouw. Met een onweerstaanbare glimlach. Alleen haar kleding, een hoofddoek en zwart-wit gestreepte jurk, verraadt waar de foto is gemaakt. Het vernietigingskamp Auschwitz. Een Oostenrijkse SS-officier legde de lachende Helena Citron vast op de gevoelige plaat. Deze Franz Wunsch was smoorverliefd op haar.

Samen met duizend andere Joodse meisjes uit Slowakije was Helena in maart 1942 naar Auschwitz gedeporteerd. Zij waren de eerste vrouwen in het kamp. Samen met overlevenden onderzoekt Maya Sarfaty in Love It Was Not (82 min ) de onmogelijke liefde van Citron en Wunsch die daar ontstond. ‘Liebe war es nicht’, zong Helena, waarna de vonk toch oversprong. ‘Denn du hast leider doch kein Herz. Liebe war es nicht. Es war ein Scherz.’

De Joodse vrouw is, net als haar voormalige geliefde, inmiddels overleden. Via archiefinterviews komen de twee alsnog aan het woord over de relatie, waarvoor met name zij met de nek werd aangekeken door sommige andere vrouwen in Auschwitz. Ook al kon ze soms wel degelijk iets voor hen betekenen. Dat wordt eens te meer duidelijk als ook haar oudere zus Roza en haar kinderen zich in het vernietigingskamp moeten melden.

Het liefdesverhaal van de kampbewaker en de Joodse gevangene leidt de Israëlische documentairemaakster, die in 2016 al een studenten-Oscar won voor de voorstudie The Most Beautiful Woman, uiteindelijk naar Wenen. Daar moet de Oostenrijkse militair Franz Wunsch begin jaren zeventig terecht staan voor oorlogsmisdaden. De voormalige SS’er polst zijn vroegere geliefde als getuige à décharge. Ze hebben elkaar sinds de oorlog niet meer gezien.

Maya Sarfaty brengt de tragische liefdesgeschiedenis tot leven met dagboekfragmenten van Franz, briefwisselingen en een uitgekiende fotomontage – geïnspireerd door de manier waarop hij, volgens zijn dochter Dagmar, foto’s van Helena’s gezicht uitknipte en vervolgens in andere situaties plakte. Zo fabriceert de filmmaakster een boeiende en gelaagde vertelling over een liefde (?) die niet mocht zijn.