De Godfather Van Oss

Videoland

De Godfather? Van Oss? Antoon, de broer van Martien R., lacht schamper: ‘We noemen hem altijd gewoon bij zijn voornaam.’ Martiens rechterhand Arnold M., onherkenbaar in beeld gebracht, typeert hem zelfs als ‘de goedheid zelve.’

Zo staat de Ossenaar niet bekend bij de recherche van Oost-Brabant. Martien R. en ‘zijn criminele familienetwerk’ worden door justitie verdacht van een hele waaier aan strafbare feiten: brandstichting, wapenhandel, zware mishandeling, afpersing, handel in ecstacy, cocaïne en methamfetamine en enkele gewelddadige moorden.

De tweedelige true crime-docu De Godfather Van Oss (72 min.) reconstrueert het kat- en muisspel dat in de afgelopen jaren is ontstaan tussen de politie en R.’s familie en laat daarbij zowel vertegenwoordigers van de politie als leden van de Osse clan en advocaat Jan-Hein Kuipers aan het woord. Hij kenschetst de hoofdverdachte als ‘een rustige vent’.

Uit geheime audio- en video-opnamen, die de Brabantse politie anderhalf jaar lang heeft gemaakt op het kantoor van R’s familie, komt een ander beeld naar voren. Martien trekt stevig van leer als iets of iemand hem niet zint. En met zijn familieleden lijkt hij zich structureel met zaken bezig te houden die het daglicht niet kunnen verdragen.

Misdaadjournalisten zoals Mick van Wely (De Telegraaf), Willem-Jan Joachems (Omroep Brabant) en Joris van der Aa (Gazet van Antwerpen) zorgen voor verdere duiding bij de strafzaak tegen deze ‘Boss from Oss’, die zijn wortels heeft op Vorstengrafdonk, het grote woonwagenkamp in de Brabantse stad dat in de jaren negentig is gesloten. 

Dit tweeluik stipt die historie kort aan, met bijdragen van oud-lerares Riek Kuijper en voormalig maatschappelijk werker Rob Spit, maar had daar nog wel wat verder op in mogen gaan, om zo de achtergronden van de familie R., de bijbehorende woonwagencultuur en het mogelijke verband met hun huidige activiteiten te exploreren.

Nu blijft De Godfather Van Oss veelal op true crime-niveau steken: bij de spraakmakende misdrijven die worden toegeschreven aan de familie R. Vanuit een klein subkamp aan de Osse Hoogheuvelstraat zou die de lakens uitdelen in de Brabantse onderwereld. Waarbij het wel fascinerend is dat enkele leden zelf ook hun zegje mogen/willen doen.

Hoewel Martiens broer Antoon R., rechterhand Arnold M. en schoonzus Bea T. alle beschuldigingen tamelijk achteloos verwerpen, geven ze toch een interessant inkijkje in hun gedachtegang, activiteiten en milieu. En dat doet toch eerder denken aan The Sopranos dan aan The Godfather.

Jehovah – Van God Los

Videoland

Hun imago ontlenen ze toch vooral aan de zogenaamde velddienst. Dan gaan de Jehovah’s Getuigen de huizen langs, om de leer van God aan de mens te brengen en te vertellen over het paradijs. Met de spreekwoordelijke voet tussen de deur en altijd een ‘Koninkrijksglimlach’. Want wat het weer ook is en hoe er aan de andere kant van die deur ook wordt gereageerd: altijd blijven lachen. Dat verlangt Jehovah, de almachtige God, van zijn volgelingen. En ze hebben ook reden tot lachen: als het einde der tijden komt, sneller dan menigeen misschien verwacht, behoren zij tot de weinige overlevenden.

De wereld zou overigens ook in 1975 al vergaan. Toen was het licht echter nog niet zo helder en is er waarschijnlijk een berekeningsfout gemaakt, zeggen ze daarover tegenwoordig. Maar nu is het einde dus echt nabij! Alle reden dus om snel zoveel mogelijk mensen te bekeren. Al kent deze gesloten geloofsgemeenschap – het zal niemand verbazen – ook zo z’n schaduwzijden. En daarop richt de driedelige serie Jehovah – Van God Los (109 min.), waarvoor in totaal 57 voormalige Getuigen zijn gesproken, zich natuurlijk. In de eerste aflevering concentreert regisseur Henk van der Aa zich met een vijftal oud-volgelingen vooral op de regels en grondslagen van de religieuze beweging. Zoals bekend is die heel erg op zichzelf betrokken. Een echte vriend komt bijvoorbeeld altijd vanuit de eigen gelederen. Mensen van buiten zouden immers onder invloed kunnen staan van Satan.

De tweede aflevering zoomt vervolgens in op seksueel misbruik binnen de gemeenschap en de manier waarop dit door de ‘ouderlingen’ zou zijn toegedekt. Daarbij geven enkele voormalige ouderlingen, gezamenlijk aan een tafel gezeten als een soort almachtige onderzoekscommissie, achtergrondinformatie over hoe wijdverbreid deze problematiek zou kunnen zijn binnen de Jehovah’s Getuigen. En eenieder die zich niet schikt naar de opgelegde zwijgplicht naar buitenstaanders, die immers bij Satan zouden kunnen horen, wordt rücksichtslos uitgesloten en geëxcommuniceerd. In het slotdeel vertellen enkele voormalige leden hoe ze door dat ‘shunnen’ werkelijk iedereen die ze liefhebben zijn kwijtgeraakt – los van het feit dat ze natuurlijk ook nog moeten leven met het vooruitzicht dat er straks tijdens Armageddon geen plek voor hen is in het paradijs.

Van der Aa serveert al deze verhalen met veel suspense uit. Donkere beelden, een erg dikke soundtrack, shockeffecten en verborgen camera-acties, met aan het eind nog een confrontatiescène. Subtiel is anders. Deze miniserie ontleent zijn kracht vooral aan de indringende ervaringsverhalen van de voormalige Getuigen. Zij geven echt een grondige inkijk in een gemeenschap, die zich doorgaans stelselmatig aan het oog van de wereld onttrekt.