De Pompmoord

KRO-NCRV

Er zou wel eens sprake kunnen zijn van een gerechtelijke dwaling: op basis van een twijfelachtige bekennende verklaring, te zien op de originele verhoortapes, zijn meerdere mannen jarenlang vastgezet. Paul Acda, de advocaat van één van hen, is overtuigd van hun onschuld. En ook enkele rechercheurs die destijds bij de zaak betrokken waren hebben inmiddels hun twijfels. Net als de makers van deze Nederlandse true crime-serie, die de hand hebben weten te leggen op de originele politieonderzoeken en zelf ook in de strafzaak zijn gedoken.

Nee, dit is niet seizoen 3 van Joost van Wijks De Villamoord, maar een nieuwe moordzaak, op min of meer dezelfde manier uitgeplozen. De moord op de 28-jarige pompbediende Micelle Mooij uit Zutphen. Zij werd op donderdagavond 24 oktober 1985 neergestoken bij een tankstation in het Gelderse dorp Warnsveld. Ofwel: De Pompmoord (125 min.). Dirk Mostert neemt ditmaal de regie voor zijn rekening, Joost van Wijk fungeert als coregisseur en Stefan Stasse zet de gebeurtenissen, naspeuringen en conclusies weer op een rijtje als verteller.

Pas in 2002, zeventien jaar na de moord op Micelle, rekent de politie na een anonieme tip vier verdachten in. In een dronken bui zouden ze in café Het Sluisje een overval op het nabijgelegen benzinestation hebben beraamd, die helemaal uit de hand is gelopen. Maar of dat werkelijk een geloofwaardige verklaring is voor wat er met de jonge vrouw is gebeurd? Met leden van het oorspronkelijke rechercheteam, direct betrokkenen, ooggetuigen, de dochter van de hoofdverdachte én de man die destijds een bekentenis heeft afgelegd licht Mostert het misdrijf door.

De sleutel lijkt opnieuw – net als bij De Villamoord en geruchtmakende justitiële dwalingen zoals de Puttense Moordzaak en de Schiedammer Parkmoord – te liggen bij de uiterst suggestieve en agressieve verhoren van kwetsbare verdachten. ‘Het gaat van het begin af aan fout en het blijft fout gaan’, zegt rechtspsycholoog Annelies Vredeveldt. ‘De verdachten lijken zich haast van geen kwaad bewust en proberen mee te gaan met wat de verhoorders willen.’ Totdat ze zichzelf en hun medeverdachten in een hoek van de kamer hebben geschilderd, waaruit ontsnappen onmogelijk is.

Net als De Villamoord richt dit gedegen onderzoek naar De Warnveldse Pompmoord, waaraan de bekende rechtspsycholoog Peter van Koppen eerder een boek wijdde, zich vooral op het ontmantelen van de officiële lezing van het misdrijf, niet zozeer op het portretteren van het slachtoffer of het formuleren van een hypothese over wat er dan wél is gebeurd. Dat is journalistiek gezien ook wel zo zuiver, maar kijkers die hopen op een Baantjer- of Agatha Christie-achtige ontknoping komen dus bedrogen uit. Die bewaren de makers wellicht, als er weer beweging in de zaak is gekomen, voor een eventueel vervolgseizoen.

De Villamoord – Seizoen 2

KRO-NCRV

Niet minder dan 44 afleveringen van zijn misdaadprogramma wijdde Peter R. de Vries ooit aan de zogenaamde Puttense moordzaak. Totdat de geruchtmakende moord op Christel Ambrosius echt he-le-maal was uitgeplozen en de naam van de onterecht veroordeelde zwagers Herman du Bois en Wilco Viets definitief gezuiverd.

Met het wederom drie afleveringen tellende tweede seizoen van de true crime-serie De Villamoord (143 min.) is Joost van Wijk inmiddels zes afleveringen onderweg met het onder de aandacht brengen van een andere zaak: de gewelddadige dood van een 63-jarige villabewoonster uit Arnhem in 1998. Dat zou ook zomaar een gerechtelijke dwaling kunnen zijn – al wil de Hoge Raad daar (voorlopig) nog niet aan.

Waar de documentairemaker zich in het eerste seizoen van De Villamoord vooral concentreerde op de intimiderende politieverhoren, een valse bekentenis die daaruit voortkwam en het schrale fysieke bewijs op basis waarvan hoofdverdachte Nefzat Altay en acht andere mannen uiteindelijk werden veroordeeld, zoomt hij in dit vervolg nadrukkelijk uit naar het criminele circuit van Arnhem.

In het beruchte Spijkerkwartier hielden de veelal Turkse mannen zich bezig met de handel in heroïne en is waarschijnlijk ook het antwoord te vinden op de vraag waarom juist zij als daders van de moord zijn aangemerkt. In het bijzonder bij ‘straatagent’ Henk Evers en het zogenaamde Dotterteam, dat destijds de welig tierende drugscriminaliteit te lijf ging.

Hoewel de nieuwe afleveringen dezelfde strafzaak behandelen – en de sfeer en toonzetting vergelijkbaar zijn, de muziekkeuze vertrouwd smaakvol is en verteller Stefan Stasse de bevindingen weer met net zoveel bravoure uitserveert – worden die geen herhaling van zetten. Ze bevatten bijvoorbeeld een keur aan nieuwe bronnen: enkele nog niet eerder geïntroduceerde verdachten, (anonieme) getuigen en opvallend kritische rechercheurs die toentertijd betrokken waren bij het politieonderzoek.

Aan Eline, een kennis van het slachtoffer die de fatale avond in de villa op wonderbaarlijke wijze overleefde, wordt ditmaal zelfs helemaal geen aandacht besteed. Van Wijk concentreert zich op het ontrafelen – en daarmee onderuit halen – van de strafzaak tegen de negen veroordeelde mannen. Met als onderliggende vraag: leed het team van de omstreden onderzoeksleider Ad Baars, die zelf niet aan de serie wil meewerken, aan tunnelvisie? Of was er meer aan de hand?

Dat betoog legt (wederom) allerlei zwakke plekken (of zelfs ernstige misstanden) in het politieonderzoek bloot, maar wordt tijdens het secuur uitpluizen van het onderzoek soms ook wat praterig en stroperig. Joost van Wijk waagt zich verder niet aan wat er dan wél kan zijn gebeurd als de veroordeelden inderdaad onschuldig zouden blijken te zijn. Na twee seizoenen heeft de serie daardoor nog altijd meer vragen opgeworpen dan beantwoord. Wordt dus ongetwijfeld weer vervolgd.

Hoeveel afleveringen van De Villamoord er nog moeten komen? Peter R. zou het wel weten: totdat onomstotelijk vaststaat wat er is gebeurd en wie daarvoor verantwoordelijk is. En geen seconde eerder.