De Verkrotte Droom

IF Productions / BNNVARA

‘Als de funderingspalen slinken, hoor je bij Ymere de champagneglazen klinken’, leest Bart Stuart, een actief lid van de huurdersvereniging van de Amsterdamse Van der Pekbuurt, een oude slogan voor tegen sloopplannen van de woningcorporatie. Die komt uit de koker van zijn strijdbare collega Bert Müssig. Zij herkenden zich ruim vijftien jaar geleden al in dat ene Gallische dorpje uit de Asterix & Obelix-boeken, dat zich maar bleef verzetten tegen de Romeinen. ‘Weg uit de Van der Pek? Hallo, we zijn niet gek!’ Intussen leven ze in De Verkrotte Droom (60 min.).

De ruim 1500 huizen staan er nog steeds. Ze zijn door achterstallig onderhoud verder verloederd. De ‘woonwoede’ van de bewoners en huurdersvereniging is dus zeker niet geluwd. Volgens hen ontbreekt het aan ‘eigenaarschap’ bij Ymere en zijn ze bij de corporatie, die zich volgens hen heeft ontwikkeld van sociaal beheerder naar projectontwikkelaar, vergeten dat alles draait om de huurder. Hun slogans zijn ondertussen met de tijd meegegaan. Tijdens een actie bij Ymere’s hoofdkantoor in 2022 staat er op een spandoek te lezen: ‘Ymere Ga Isoleren’.

De sympathie van de documentairemakers Ilse en Femke van Velzen (Fighting For Silence, Weapon Of War en Prison For Profit) ligt duidelijk bij de activistische huurdersvereniging. Ze sluiten aan als die de schade komt opnemen in woningen (lekkages V scheuren V schimmel V ratten V…) en houden ook de vinger aan de pols als Ymere eindelijk werk begint te maken van de renovatie. Wanneer Ymeres directievoorzitter Erik Gerritsen zelf eens poolshoogte komt nemen in de Van der Pekbuurt, krijgt hij de wind van voren van diverse bewoners.

Via de verwikkelingen in de Amsterdamse buurt belichten de tweelingzussen Van Velzen, die in de afgelopen jaren hun werkveld lijken te hebben verlegd van Afrika naar eigen land, een ontwikkeling die al enige tijd in heel Nederland speelt: het zeer weerbarstige proces rond het vernieuwen van oude stadswijken. Om te laten zien hoezeer woonperikelen intussen ook doorwerken in andere aspecten van het gewone leven volgen ze één van de vijfduizend Van der Pek-bewoners: Angel van Duiven leeft met haar kinderen in een woning, die al jaren smeekt om groot onderhoud.

De Verkrotte Droom plaatst de huidige Van der Pek-problematiek bovendien tegenover de mooie idealen waarmee de buurt begin twintigste eeuw voor mensen met een kleine beurs is ontworpen door de architect Jan Ernst van der Pek. Zijn vrouw Louise Went manifesteerde zich destijds als woningopzichteres en wordt in deze film, via de stem van Ellen Röhrman, opgevoerd als vertelster. ‘Wat is er in hemelsnaam gebeurd met onze mooie buurt?’ vraagt Went zich af aan het begin van de film, die dat proces – en de huidige herstelpogingen – vervolgens treffend in beeld brengt.

Tijdens deze renovatie komen de huurdersvereniging en de woningcorporatie soms recht tegenover elkaar te staan. Een spandoek, dat aan een bouwhekwerk wordt opgehangen, getuigt ervan: ‘Overleeft De VdPek deze renovatie?’

Descending The Mountain

Vanuit hun eigen perspectief willen ze allebei de menselijke geest openen met psychedelica. De één, psychiater en neurowetenschapper Franz Vollenweider, vertrekt daarbij vanuit de wetenschap. ‘Psychedelica tonen je de aard van je bewustzijn’, stelt hij. De ander, Zen-meester Vanja Palmers, gebruikt psychedelica vooral ‘om te onderzoeken wat het betekent om mens te zijn.’

Op Mount Rigi in Zwitserland vinden deze twee ogenschijnlijke tegenpolen, kinderen van de tegencultuur van de jaren zestig, elkaar in een wetenschappelijk meditatie-onderzoek dat wordt gesitueerd in Palmers’ Zen-centrum. Daarbij krijgt de ene helft van de deelnemers, stuk voor stuk bedreven beoefenaars van meditatie, psilocybine, de werkzame stof in paddenstoelen, toegediend en de andere helft een placebo. En dan is het afwachten wat er wanneer met wie gebeurt.

‘Het fascineerde me dat zij naar de hersenen kijken van de buitenkant’, stelt Palmers in Descending The Mountain (77 min.). ‘En wij onderzoeken de hersenen van binnenuit.’ Vollenweider en hij fungeren als hoofd en hart – al zijn de rollen niet zo strak verdeeld – van een experiment, dat psychedelica uit de illegale sfeer haalt, waarin ze sinds de start van ‘the war on drugs’ verzeild zijn geraakt, en ze bovendien losrukt van de medische context waarin ze soms nog wél worden gebruikt.

Binnen een positieve en veilige omgeving krijgen participanten de ruimte om daadwerkelijk hun geest te verruimen. Regisseur Maartje Nevejan probeert niet alleen de betekenis van die ervaring te vatten, maar ook de ervaring zelf te vereeuwigen. In een treffende scène laat één van de deelnemers bijvoorbeeld zijn gebruikelijke remmingen los en geeft zich ongegeneerd over aan extatisch gekreun. Van zijn gezicht spreekt even later evenveel verbazing als verrukking.

Behalve impressies van het onderzoek in het Zen-boeddhistische klooster op de berg probeert Nevejan met behulp van artificiële intelligentie, animaties en een zinnenprikkelende soundtrack ook om te visualiseren hoe het is om dieper te kijken, voorbij het intellectuele begrip te gaan en simpelweg te ervaren. Dit wordt bijvoorbeeld fraai verbeeld met schier eindeloze inzoomshots, waarin afbeeldingen steeds weer nieuwe tot de verbeelding sprekende betekenislagen prijsgeven.

Descending The Mountain wordt zo een mystieke, soms wat zoete kijkervaring, op het snijvlak van kunst, wetenschap en spiritualiteit, waarbij Palmers en Vollenweider als gids fungeren tijdens een innerlijke zoektocht naar het wezen van menszijn: ergens tussen diepere wijsheid en kinderlijke verwondering.