Utopie Van Sofie

Max

Ze gaan klieren of trekken zich juist terug, vertelt Sofie. En ze mogen dan hoogbegaafd zijn – over een IQ beschikken van minimaal 130 – dat betekent nog niet dat ze op school ook automatisch de beste scores of rapporten halen. Sterker: de kans dat deze leerlingen gaan onderpresteren is aanzienlijk. En als ze niet opletten, kunnen ze volgens haar zelfs klachten zoals depressie of anorexia ontwikkelen.

Alle reden om een speciale klas voor hoogbegaafden te starten, vindt Sofie van de Waart, waar kinderen die later professor, architect, dokter of ‘wetenschapper in de ruimte’ willen worden zich thuis, gewaardeerd en uitgedaagd voelen. In de observerende film Utopie Van Sofie (60 min.) volgt Paul Sin Nam Rigter de gedreven leerkracht en de kinderen van het project Explora in Breda.

Olivier is volgens zijn ouders bijvoorbeeld ‘te lief voor de wereld’, het Somalische meisje Ashwaaq heeft thuis geleerd om zich héél bescheiden op te stellen en Madelief oogt volgens haar moeder soms als een ‘nutty professor’. Tegelijk lijken de ouders van Anil in eerste instantie niet te vatten hoe slim hun zoon is. Ze hadden zelf ook al aan ‘MAVO of VWO’ gedacht, zeggen ze tijdens een oudergesprek.

Terwijl Rigter meekijkt hoe ‘t deze hoogbegaafde kinderen vergaat, ook thuis, komt de specialist in hoogbegaafdheid zelf ook steeds nadrukkelijker in beeld. Sofie blijkt ervaringsdeskundige en heeft bovendien een ‘hele ernstige vorm’ van ADHD – al weet ze dat volgens eigen zeggen pas sinds haar vijfendertigste. ‘Er werd over mij altijd gezegd: ze kan ‘t wel, maar ze wil ‘t niet.’

Zulke gevoelens spelen nog steeds op. Als het bijvoorbeeld niet lukt om met haar telefoon verbinding te maken met een hotspot, komt een collega helpen. ‘Jij hebt heel veel andere kwaliteiten’, zegt die luchtig als ze het probleem heeft verholpen. Sofie reageert direct: ‘Weet je wat neurodiversiteit is?’ Ze legt uit: je moet mensen met ADHD of autisme niet afschrijven, maar gebruiken op hun positieve punten.

Intussen wordt de juf zelf, die tijdens een zitinterview uitgebreid de gelegenheid krijgt om haar onderwijsvisie toe te lichten, steeds meer onderwerp van gesprek binnen de schoolorganisatie. Terwijl de kinderen hun wasknijper steeds hoger plaatsen op de ‘emotiemeter’ – en zo aangeven dat ze zich prettig voelen bij Explora – krijgt hun lerares in deze observerende film juist met kritiek te maken.

Trefzeker vangt Paul Sin Nam Rigter de toenemende spanning, die vooral van doen lijkt te hebben met de persoon Sofie van de Waart. Niet zozeer met haar missie. Al roept die z’n eigen vragen op: is zo’n aparte klas bijvoorbeeld geschikt voor elk hoogbegaafd kind en zitten er mogelijk ook nadelen aan het bij elkaar plaatsen van dit type kinderen? Daarop richt de documentaire zich verder niet.

Afgaande op deze film varen de kinderen van Explora in elk geval wel bij de Utopie Van Sofie.

Door De Bomen

marliessteenge.com

Als peuter stond hij erop dat zijn ouders hem de Latijnse namen van bloemen vertelden. Anders kreeg Tim van Eede een driftbui. In de kleuterklas voorzag het jongetje niet veel later toch wel een probleem met zijn juf over Pasen: zij geloofde in God, terwijl hijzelf toch echt de evolutietheorie aanhing. Rond diezelfde leeftijd begon Tim thuis ook al, eerst stiekem, in de Harry Potter-boeken te lezen.

Intussen liep hij helemaal vast op school. Zijn hoogbegaafdheid dreigde daar een handicap te worden. In groep 4 kwam Tim voor het eerst thuis te zitten. ‘Op een ochtend vroeg hij: waarom breng je mij nog naar school, want je weet toch wel dat ik daar heel ongelukkig word?’ herinnert zijn moeder Liane zich geëmotioneerd. ‘Toen was-ie echt nog heel klein en zette hij ook zijn voeten tegen de deurpost. Ik moest hem echt naar binnen sleuren.’

Inmiddels is Tim van Eede zeventien en diverse ‘bore-outs’ verder. Marlies Smeenge portretteert hem in Door De Bomen (25 min.) als hij zichzelf terug heeft gevonden door te bushcraften in de natuur. Tim gaat ook weer studeren. Aan de Mandeville Academy, volgens dagelijks leider Harry Veenendaal ‘de meest elitaire school van Nederland’. Op dit speciale internaat voor hoogbegaafden krijgen de jongeren – jongens – klassiek onderwijs, maar wordt er ook gewerkt aan hun zelfvertrouwen en bildung.

Via Tim en zijn studiegenoten zoomt Smeenge in op de naar schatting 15.000 tot 20.000 Nederlandse kinderen die, bijvoorbeeld vanwege hoogbegaafdheid, niet naar school gaan. Net als Tim gedijen zij bij een aanpak die recht doet aan hun intellect en oog heeft voor hun individuele persoonlijkheid.