Bad Vegan: Fame. Fraude. Fugitives.

Netflix

Het adagio ‘Good women love bad men’ begint zowaar een eigen plekje te claimen binnen de overvloed aan true crime-documentaire(serie)s. Een jonge, aantrekkelijke vrouw van de wereld (in dit geval: Sarma Melngailis, eigenaresse van het trendy veganistische restaurant Pure Food And Wine in New York) valt halsoverkop voor een mysterieuze kerel (de geheimagent ‘Shane Fox’) en wordt daarna helemaal leeggeschud door hem (een oplichter die in werkelijkheid Anthony Strangis blijkt te heten).

En net als in pak ‘m beet The Tinder Swindler, Love Fraud en The Puppet Master wordt de charade grotendeels verteld vanuit het perspectief van het toch wel erg naïeve slachtoffer, dat zich in de luren laat leggen door de belofte van een leven van overdadige liefde, luxe en, jawel, onsterfelijkheid. Voor haar hond Leon, welteverstaan. Want het ontluisterende proces dat de hoofdpersoon aan het eind ontredderd en berooid zal achterlaten, is ditmaal behalve met kolder over mysterieuze CIA-missies ook omkleed met een totaal bizar new age-verhaal (dat verder nauwelijks begrijpelijk wordt gemaakt).

In de vierdelige docuserie Bad Vegan: Fame. Fraude. Fugitives. (209 min ) pelt Chris Smith die pijnlijke geschiedenis helemaal af met Sarma en haar familie, medewerkers, investeerders en kennissen. Stuk voor stuk kregen ze te maken met de nieuwe man in haar leven, die dat al snel helemaal begon te ontregelen. Met lede ogen moesten ze aanzien hoe Sarma in zijn kielzog alles achter zich liet, inclusief een berg schulden. En daarmee joeg ze meteen haar directe omgeving tegen zich in het harnas, want ook die had zich laten verleiden of dwingen om diep in de buidel te tasten.

Het tweetal zou uiteindelijk tegen de lamp lopen door het bestellen van een pizza in Tennessee. En dat kwam met name Sarma, de bekendste van dit Bonnie & Clyde-achtige duo, op publieke hoon te staan. Zij, de veganistische restauranthouder, de vrouw van het ‘raw food’, was dus blijkbaar toch overstag gegaan voor zoiets banaals als fastfood. De werkelijkheid bleek, natuurlijk, genuanceerder. In meerdere opzichten overigens. En dat probeert Smith eveneens te vangen in deze miniserie, die daarmee tóch geen carbon kopie van al die andere man-kleedt-vrouw(en)-uit producties wordt.

Daar lijkt het alleen behoorlijk lang wél op. Bijna drie uur oogt Bad Vegan, ondanks enkele ingenieuze verhaalvondsten, als het eendimensionale relaas van een ‘good woman’ die er bijna om vraagt om te worden bedrogen door die ‘bad man’, vervolgens inderdaad gigantisch wordt belazerd en zich tenslotte zelfs, als het vleesgeworden Stockholm-Syndroom, ontwikkelt tot een handlanger van de kerel die haar leven kapotmaakt. Al zou ook in dit geval, getuige de twijfel die Chris Smith aan het eind van de miniserie zaait, niets kunnen zijn wat het lijkt. Of juist wel, natuurlijk.

Love Fraud

Showtime

Een vastgoedman met zijn eigen bedrijf. Piloot bovendien. En katholiek, diep christelijk. Zo’n kerel swipe je op Tinder natuurlijk naar rechts. Zeker als je zelf toch al in de veertig bent en een nieuwe start wilt maken. Hij swipete gelukkig ook naar rechts.

Niet veel later zat Tracy bij Mickey op de motor. De motor waarop, zo bleek later, ook Ellen had gezeten. En Sabrina. ‘God is mijn getuige dat ik zielsveel van je hou’, had hij zelfs ingesproken op Sabrina’s voicemail. Het was niet gemakkelijk om dat voor de camera terug te luisteren. Haar gezicht, en dat van de anderen, spreekt boekdelen. Want hoe zat het dan met Jean? Sandy? Candi? Caroline? Carrie? Lisa? Angela? Christine? En er scheen zelfs een Vanessa in de picture te zijn geweest.

Enfin, Mickey hield er een levendig relationeel bestaan op na, zullen we maar zeggen. Alhoewel Mickey? Scott zul je bedoelen. Of Rick. Hij was trouwens ook professioneel waterskiër, kok of karateka, begreep Tracy. Al naar gelang de behoefte van de op te vrijen dame, die vervolgens werd bedolven onder liefdesverklaringen. Een onvervalste Love Fraud (200 min.), juist. Echte naam: Richard Scott Smith. En, voordat je het goed en wel doorhad, was ie alweer verdwenen. Met alles wat je had, natuurlijk.

En dus roep je, samen met lotgenoten, de hulp in van premiejager Carla, een lekker doorrookte tante die de charlatan moet traceren. En ook de filmmakers Heidi Ewing en Rachel Grady beginnen zich actief met de zoektocht te bemoeien in deze ingenieuze variant op Netflix’s kijkcijferhit van eind vorige jaar, Don’t F##k With Cats: Hunting An Internet Killer, die qua setting, ‘white trash America’, ook wel wat weg heeft van die andere bingeserie Tiger King: Murder, Mayhem And Madness.

Die jacht, op een charlatan die ogenschijnlijk routineus slachtoffers maakt, leidt naar Krab Kingz Seafood in Wichita, Kansas, waar Chris/Scott/Mickey lijkt te zijn neergestreken met ene Karla, die net op stel en sprong haar echtgenoot Jim in de steek heeft gelaten. De vogel is alleen alweer gevlogen voordat je kunt toeslaan. En zo gaat het steeds in deze ravissant vormgegeven miniserie, met verborgen camerabeelden, een lekker op de zenuwen werkende soundtrack en ronduit betoverende animaties.

Terwijl jij en die andere bedrogen vrouwen, lekkere larger than life-personages ook, blijven zinnen op wraak, brengen Ewing en Grady, die eerder al verantwoordelijk waren voor docuklassiekers als Jesus Camp en One Of Us, Love Fraud glorieus aan de kook, naar een peil dat voor slechts weinig true crime-documentaires is weggelegd. Met een enigmatische bad guy, een man die zielsveel van jou hield, van jou alleen, en die tijdens de zinderende apotheose toch nog het achterste van zijn tong wil laten zien. Althans, dat belooft hij plechtig.

Richard Scott Smith zegt ook: ‘I’ll do anything to be somebody’s everything. That’s truly what I want. You just gotta trust me.’