Mitt

Netflix

‘Contrary to fake news posts, I am not the surprise guest at the DNC tonight’, meldt Mitt Romney via zijn social media-accounts tijdens de Democratische Conventie, waarbij Kamala Harris is gekozen tot kandidaat voor het presidentschap. ‘My guess is that it will be Beyoncé or Taylor Swift. So disappointing, I know!’ Anno 2024 is de suggestie niet eens zo vreemd: Romney op het verkiezingsfeestje van de tegenpartij. In de afgelopen jaren heeft hij zich nadrukkelijk gemanifesteerd als een onafhankelijke denker en tegenstander van de Republikeinse president(skandidaat) Trump. Een stem van redelijkheid, in de woestenij die ‘The Donald’ rondom zich heeft gecreëerd.

Hoe anders was zijn imago in 2012 toen Mitt (93 min.) zelf de presidentskandidaat was van de Republikeinse partij. En zeker na het eerste debat, toen hij de zittende Democratische president Barack Obama meermaals aan het wankelen bracht, leek hij ook een serieuze kans te maken op het hoogste ambt van de Verenigde Staten. In deze campagnedocu van Greg Whitely is te zien hoe Romney daar zelf ook echt tot het allerlaatste moment in bleef geloven. ‘Heeft er trouwens iemand een telefoonnummer van de president?’ vraagt de kandidaat enigszins onbeholpen, als op verkiezingsdag duidelijk wordt dat hij het onderspit gaat delven, aan zijn medewerkers. ‘Wat zeg je tijdens een concessie-speech?’ Alsof hij daar nog nooit eerder over heeft nagedacht.

Na deze openingsscène gaat de documentaire zes jaar terug in de tijd, naar december 2006, als Mitt Romney tijdens een skitrip met zijn familie de voor- en nadelen van een politieke carrière tegen elkaar afweegt. Tijdens zijn eerste poging om president te worden in 2008 zal hij ‘t afleggen tegen zijn partijgenoot John McCain. De campagne, en bijbehorende aanvallen op wie hij is en waar hij voor staat, vallen hem en zijn familie duidelijk zwaar. Vreselijk!, aldus zijn zoon Matt, die heel even zijn campagnemasker afzet voor de interviewer. ‘Is het dit waard?’ Dit gaan ze zo nooit meer doen, lijkt de consensus. ‘Als dit voorbij is, dan heb ik naam gemaakt’, constateert Romney zelf met de nodige zelfspot. ‘Mensen zullen weten wie ik ben en waar ik voor sta: de draaiende Mormoon.’ Matt vult aan: ‘De vent die alles zegt en doet om maar gekozen te worden.’

Vier jaar later – Mitt is dan dik een half uur onderweg – mengt de zoon van presidentskandidaat George Romney (1968), voormalige gouverneur van Massachusetts, organisator van de Olympische Winterpelen van 2002 in Salt Lake City en topondernemer/roofkapitalist (Bain Capital) zich toch weer in de strijd. Greg Whitely stapt dan in na de voorverkiezingen, als Mitt Romney tijdens de Republikeinse conventie van 2012 op het schild is gehesen als presidentskandidaat. Ook de uitslag van ‘s mans tweede campagne staat op voorhand vast. De meerwaarde van deze documentaire uit 2014 zit hem in de enorme toegang die Whitely heeft gekregen tot de kandidaat en zijn directe entourage, ook direct voor en na debatten.

Waar in de klassieke campagnedocu The War Room (1993), over de weg naar het presidentschap van Bill Clinton, de kandidaat veelal buiten beeld blijft en de focus ligt op zijn campagneleiders James Carville en George Stephanopoulos, concentreert Mitt zich juist op de familie Romney – en blijven de politieke machinaties dus veelal buiten beeld. Geen slinkse trucs of opzichtig gekonkel dus – als die er al waren – maar zicht op de mens achter de politicus. Een fatsoenlijke familieman. Glad en ambitieus, maar ook sociaal, zelfkritisch en humorvol. Met oog voor de mensen om zich heen, zoals zijn vrouw Ann die kampt met gezondheidsproblemen, en met hen biddend voor een goede uitslag. ‘Mijn tijd op het podium zit erop, jongens’, zegt Mitt Romney gedecideerd, als duidelijk is dat hij ook deze verkiezingen niet gaat winnen. ‘Ik ben blij met de tijd die me gegeven is, maar mijn tijd zit erop.’

Dat is echter buiten zijn eigen geldingsdrang gerekend. In 2018 stelt hij zich namens de staat Utah toch weer kandidaat voor de Senaat en wordt hij ook daadwerkelijk gekozen als senator. Dit jaar zit zijn eerste termijn erop. Mitt Romney heeft besloten om zich niet opnieuw verkiesbaar te stellen. Zou hij zich op 77-jarige leeftijd dan toch echt gaan terugtrekken uit het openbare leven?

Sunderland ‘Til I Die

Netflix

Sunderland zit in de hoek waar de klappen vallen. De trots van de arbeidersstad in het Noordoosten van Engeland, die eerder al de scheepswerven en mijnen zag sluiten, is in de zomer van 2017 gedegradeerd uit de Premier League en moet zo snel mogelijk terug naar het hoogste niveau. ‘Laten we bidden voor Sunderland Football Club en onze stad’, gaat pater Marc Lyden-Smith van de St. Mary’s Church zijn in het rood-wit gestoken kerkgangers voor. ‘Heer, onze God, help ons te begrijpen wat voetbal voor onze gemeenschap betekent.’

De achtdelige serie Sunderland ‘Til I Die (314 min.) van Leo Pearlman en Ben Turner, die eerder betrokken waren bij de Manchester United-documentaire The Class Of ‘92, volgt de club in zijn eerste seizoen in de Britse variant op de Keukenkampioen Divisie, The Championship. Na tien jaar op het allerhoogste niveau. Geld is er bij aanvang van het ‘do or die’-jaar 2017-2018 nauwelijks. De club heeft Jordan Pickford, inmiddels doelman van de Engelse nationale ploeg, bijvoorbeeld moeten verkopen. Zijn plek onder de lat wordt ingenomen door twee nobody’s, waaronder voormalig FC Utrecht-keeper Robbin Ruiter.

De nieuwe manager Simon Grayson zal ook een beroep moeten doen op de eigen jeugd. De eerste resultaten vallen echter tegen. Sunderland heeft ‘the numbers’ niet, constateren kenners halverwege de transferperiode. Nieuwe ‘bodies’ zijn nodig. ‘Waarom staat Ibrahimovic onderaan die lijst’, vraagt algemeen directeur Martin Bain aan zijn scoutingteam. ‘Hebben jullie ergens geld gevonden?’ Assistent-manager Glynn Snodin gaat op een druilerige dinsdagavond dus maar kijken bij de wedstrijd Scunthorpe United tegen Fleetwood. Over de gescoute speler is hij echter niet te spreken. ‘Hij heeft handschoenen aan, het is niet eens koud.’

De aankopen die Sunderland uiteindelijk wél doet bieden ook geen soelaas. Langzaam maar zeker zakken The Black Cats zelfs op het tweede niveau af naar de degradatiezone. Voor de fans, die steeds nadrukkelijk de confrontatie zoeken met de leiding, is dat misschien een drama, voor deze serie is het zonder enige twijfel een zegen. Anders was Sunderland ‘Til I Die, waarvoor de makers toegang hebben gekregen tot het hart van de club en tevens een aantal seizoenkaarthouders volgen, ongetwijfeld een heel gelikte bedoening geworden. Zoals de documentaireserie die Netflix eerder dit jaar uitbracht over de Italiaanse topclub Juventus.

Bij Sunderland worden er geen bekers opgepoetst en de tegenslag kan ook niet zomaar worden weggepoetst. Het water staat de club echt aan de lippen. Om de financiële problemen het hoofd te bieden, wordt bijvoorbeeld alles in het werk gesteld om een peperdure speler uit betere tijden, die tegenwoordig als een Britse variant op Winston Bogarde alleen nog maar op de bank zit, definitief te lozen. Een andere speler kan vanwege een slepende blessure niet brengen waarvoor hij is gehaald en begint zo aan zichzelf te twijfelen dat er een mental coach aan te pas moet komen. Ook sportief is de club bezig aan een treurmars, waarvan het einde nog lang niet in zicht is. Hoeveel zit er nog in die gifbeker?

Alle ingrediënten zijn kortom aanwezig voor een boeiend sportfeuilleton, met dramatische slow-motion beelden, bombastische muziek en alle denkbare voetbalclichés. Van het verplichte enthousiasme over alweer een nieuwe trainer tot de klaagzang van de vaste schare supporters, die tegen beter weten in blijft lijden aan ‘fever pitch’. Wat er op het spel staat is van meet af aan duidelijk: tezamen stijgen ze boven zichzelf uit of gaan ze, strijdend natuurlijk, ten onder. ‘We are Sunderland’, scanderend. ‘We are Sunderland.’ Op weg naar een emotionele apotheose…

Inmiddels is er een tweede seizoen van Sunderland ‘Til I Die.