Maré Branca: A Surreal História De Rabo De Peixe

Netflix

Het verhaal is te goed om niet verfilmd te worden: in de zomer van 2021 ontdoet de Italiaanse crimineel Antonino Quinci zich in zijn zeilboot van enkele honderden kilo’s cocaïne. Die spoelen vervolgens aan in het Portugese vissersdorp São Miguel op de Azoren, een afgelegen archipel in de Atlantische Oceaan. De gevolgen? Niet alleen gedonder op de eilanden, maar ook een Netflix-serie: Rabo De Peixe (2023). Geïnspireerd door ware gebeurtenissen.

Tegelijk met seizoen 2 van deze veelbekeken serie verschijnt als bijsluiter ook de documentaire Maré Branca: A Surreal História De Rabo De Peixe (Engelse titel: Turn of The Tide: The Surreal Story Of Rabo De Peixe, 90 min.), van João Marques. Voor wie het écht echte verhaal wil of er simpelweg nooit genoeg van krijgt. Een truc die eerder werkte met ‘companion documentaries’ over pak ‘m beet Ted BundyMarilyn Monroe en Jeffrey Dahmer.

Vóór de onverwachte komst van het zeilschip dat een enorme lading coke in de Oceaan dumpt, wordt Rabo de Peixe overigens al geconfronteerd met repatrianten: Amerikanen met roots op de Azoren, die de wet hadden overtreden, werden rücksichtslos teruggestuurd naar de Portugese eilandengroep. Deze ‘burgers van nergens’, gerepatrieerd vanuit het land van de hoop en dromen, gaan op de Azoren door met waar ze in de VS mee moesten ophouden.

António Pacheco is zo’n ‘repatriado’. Net als zijn verlopen maatje Rui Couto. Eenmaal terug op de Azoren gaan deze kleine krabbelaars verder met drugshandel (en -gebruik). En als ze over die boot horen, gaan ze enthousiast op zoek naar een paar gram voor een feestje, nog niet wetende dat in werkelijkheid de zilvervloot is binnengevaren. Het was een wonder voor hen, herinnert de met hen bevriende rapper Sandro G, zelf ook niet vies van een schimmige deal, zich vanuit de VS.

Veel eilanders hebben overigens geen idee van wat ze aangereikt hebben gekregen: ze gebruiken het witte poeder als suiker in de koffie, om lijnen aan te leggen op het voetbalveld of als paneermeel om de vis mee te bakken. Tenminste, dat is de smeuïge versie van dit onwaarschijnlijke verhaal. In 2017 tekenen de journalisten Macarena Lozano en Rebeca Queimalinos in een stuk in de Spaanse krant El Pais de werkelijke schade op: geweld, corruptie en overdosissen.

Alle ellende is in deze film treffend vervat in een deerniswekkend tafereel: een doorgesnoven jongen is op de vlucht voor de politie naar het dak van een huis geklommen en dreigt ervan af te springen. Een vriend probeert hem te redden, waarna de twee, boven op het dak, in een vuistgevecht verzeild raken. Tegen die tijd is deze docu het ondeugende schelmenverhaal allang voorbij en hebben ook de hoofdpersonen hun Guy Ritchie-achtige bravoure verloren.

The Treasure Hunter

Gex Film

De vindplaats is natuurlijk niet met een kruis aangegeven, stelt Jack nog maar eens ten overvloede. De jonge Brit zoekt nu al een jaar of zes, geheel verblind en met één arm op zijn rug gebonden, naar Yamashita’s goud.

Bij de invasie van de Filipijnen, in de beginjaren van de Tweede Wereldoorlog, beroofde de Japanse generaal Tomoyuki Yamashita het land van zijn schatten. En toen de Japanners na de capitulatie weer met de staart tussen de benen uit de Aziatische archipel moesten vertrekken, zou hij volgens plaatselijke legenden het verzamelde goud hebben verstopt in het labyrint van grotten, gangen en tunnels van zijn strijdkrachten.

Jack is ervan overtuigd dat hij die schat kan vinden – en zijn beste vriend Giacomo Gex, die eigenlijk beter zou moeten weten, legt zijn verwoede pogingen om schathemeltjerijk te worden van zeer nabij vast. Één blik op al dat gegraaf en gewroet in claustrofobische kuilen, gangetjes en grotten en een buitenstaander weet genoeg: Jack zal nooit iets vinden en zal desondanks altijd blijven doorgaan. Tot hij er helemaal aan kapot is gegaan.

Steun van zijn ouders hoeft The Treasure Hunter (84 min.) niet te verwachten. Beter: echte steun. Geld is – herstel: wás – er in overvloed. Jacks vader, die ooit een flinke rederij bezat, heeft naar verluidt al miljoenen gepompt in de redeloze queeste van zijn zoon. Het water staat ook hem inmiddels aan de lippen. En Jacks moeder had ’t al niet zo breed. Ook zij legt echter haar laatste cent apart. Zodat ze met z’n allen naar de Gallemiezen gaan.

Het is een tragische geschiedenis. De jonge protagonist, een lastig invoelbaar personage, trekt zijn hele omgeving, inclusief zijn Filipijnse vrouw en kind, mee in zijn verslaving. Plaatselijke huurkrachten zijn er goed mee – al denken zij er vast het hunne van. Totdat Jack zichzelf tot de orde roept en z’n leven weer in het gareel probeert te krijgen. Hij kan natuurlijk ook een normale huisvader worden, die tegen betaling Engelse les geeft.

Dat lijkt eigenlijk wel zo gemakkelijk, maar hoeveel jaren er ook overheen gaan, de goudzucht laat hem nooit helemaal los. Die aap op Jacks rug blijft zich maar roeren, toont Giacomo Gex, in deze donkere en beklemmende film, waarvan het einde, dat geen einde kan zijn, bij het begin al vast lijkt te staan. En dat is ook voor de kijker een ontmoedigende gedachte.