Camp Confidential: America’s Secret Nazi’s

Netflix

Het is een brisante kwestie: na de Tweede Wereldoorlog smokkelden de Verenigde Staten stiekem vooraanstaande Duitse wetenschappers het land uit. De bekendste van hen, Wernher von Braun, zou de centrale figuur van het Amerikaanse ruimtevaartprogramma worden. Als voormalige nazi, verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de V2-raket en andere wapens die werden ingezet tegen de geallieerden, kon hij zich ontwikkelen tot vertegenwoordiger van het vrije westen in één van de meest zichtbare frontlinies van de Koude Oorlog.

In de korte film Camp Confidential: America’s Secret Nazi’s (36 min.), een hybride van documentaire en animatie, komen voormalige medewerkers van een geheim legerkamp, dat simpelweg PO Box 1142 werd genoemd, aan het woord. Zij waren destijds verantwoordelijk voor de opvang van deze (voormalige) nationaalsocialisten. Dat bracht hen regelmatig in gewetensnood. Het leeuwendeel van de kampmedewerkers was Joods en uit Europa gevlucht om Hitler en zijn trawanten te ontvluchten. Nu werden ze geacht om enkele kopstukken van dat kwaadaardige regime met alle egards te ontvangen en wegwijs te maken in hun nieuwe vaderland.

In 2006 interviewde The National Park Service enkele van deze Joodse veteranen. De audio-opnamen daarvan vormen de onderlegger voor deze film van Daniel Sivan en Mor Loushy, die is aangekleed met een combinatie van authentieke archiefbeelden en geanimeerde scènes (die soms nét iets te Disney worden). Verder konden ze spreken met twee nog levende oud-medewerkers van 1142. Die kijken verbitterd terug op hun werk in het geheime kamp, dat in 1946 werd gesloten. ‘Von Braun wist dat Auschwitz bestond’, zegt één van hen, Arno Mayer, met afgrijzen. Achter zijn rug noemden de Duitse gasten hem als medewerker soms rustig ‘de kleine Jodenjongen’.

Zulke uitingen, en de daaraan verbonden denkbeelden, zouden hen echter niet verhinderen om gewoon op te gaan in de Amerikaanse samenleving en er soms zelfs, zoals Von Braun, publiekelijk carrière te maken. Ook omdat, zo maakt deze aardige terugblik tevens duidelijk, hun begeleiders in Camp Confidential te verstaan hadden gekregen dat ze dit geheim toch echt mee hun graf in moesten nemen.

Chasing The Moon

Het was net zo goed een tijd van grote woorden als van grote daden. ‘Na deze dag gaan we wellicht nog verder, naar Mars en Jupiter en zelfs naar de hemelen daar voorbij’, verklaarde een zwarte leider bij de lancering van de Apollo 11-raket op 16 juli 1969, tevens de openingsscène van deze historische docuserie. ‘Maar zolang racisme, armoede, honger en oorlog op aarde blijven heersen hebben wij als beschaafde natie gefaald.’

Een ander zag in de reis naar de maan niets minder dan een uitkomst: ‘Volgens sommigen is de zo populaire ruimtevaart een zoektocht naar een nieuw paradijs’, klonk het bijna religieus. ‘De mens voelt zich schuldig over de wereld waarin hij leeft en die hij misschien heeft leeggeroofd. En nu hij de volwassenheid heeft bereikt, moet hij een nieuwe plek gaan zoeken. Een plek waar de mens naartoe kan gaan met achterlating van de roestige kooi waarin zijn fouten hem gevangen hielden.’

En dan waren er vier dagen later, bij het betreden van het aanbeden hemellichaam, natuurlijk de iconische woorden van de eerste man op de maan zelf. ‘One small step for man’ verhaspelde Neil Armstrong de grootse zin die voor hem was geschreven. ‘For a man’, had hij moeten zeggen. Een man, hijzelf. En daarna, de mensheid: ‘One giant leap for mankind.’ Er sprak een soort onmetelijk geloof uit al die woorden, in een maakbare wereld. Hier op aarde en anders in de één of andere uithoek van het heelal. Zonder grenzen of beperkingen.

In de zesdelige documentaireserie Chasing The Moon (300 min.) wordt de ruimterace die aan de geslaagde maanlanding voorafging minutieus gereconstrueerd. Een wedloop die in eerste aanleg door de Sovjet-Unie leek te worden gewonnen, tot grote consternatie van de Verenigde Staten die zich publiekelijk vernederd voelden. Onder aanvoering van de illustere Duitser Wernher von Braun, die ook al voor Hitler werkte, zetten ze begin jaren zestig de achtervolging in op de Russische spoetnik. Waarbij de NASA ook enorme tegenslagen moest overwinnen. Zoals de dramatische episode rond Apollo 1 en de astronauten Virgil Grissom, Ed White en Roger Chaffee, die door een wrede speling van het lot nooit in de buurt van de maan zouden komen.

Regisseur Robert Stone plaatst de ruimterace met een karrenvracht aan archiefmateriaal binnen de Koude propagandaoorlog – met astronauten als Glenn, Armstrong en Gagarin als boegbeelden van het vrije westen of juist het communistische ideaal – en kadert dit in met off screen quotes van de ruimtevaarders, hun echtgenotes (die het lang niet altijd gemakkelijk hadden met deze haantjes), NASA-medewerkers, historici en journalisten. Sergej Chroestsjov, de zoon van de toenmalige Sovjet-leider, vult aan met het Russische perspectief.

Zo ontstaat een uitputtend, gelaagd en persoonlijk verslag van een stuk moderne geschiedenis met een mythisch karakter, dat eigenlijk geen hedendaagse equivalent heeft. De maan is even ver weg als toen, Mars en Jupiter zijn vooralsnog buiten het bereik van de mens gebleven. De reuzensprong voorwaarts die ‘man’ via ‘a man’, Armstrong dus, destijds voor de gehele mensheid zette, heeft in de navolgende jaren slechts kleine stapjes als vervolg gekregen.

Deze puike serie is een prima bijsluiter voor de uitmuntende documentaire Apollo 11, die op dit moment in de Nederlandse bioscoop draait, en geeft ook extra context bij de speelfilm First Man, over de jarenlange reis van Neil Armstrong en zijn mannen naar de maan, die vorig jaar op het witte doek was te zien.