Real Madrid: Until The End

Apple TV+

De topspelers Cristiano Ronaldo, Sergio Ramos en Raphaël Varane zijn vertrokken. Coach Zinedine Zidane heeft de handdoek in de ring gehooid. En het befaamde stadion Santiago Benabéu staat in de steigers. Nee, slechter kan het niet gaan met Real Madrid, een voetbalclub die alleen het allerhoogste nastreeft en die na een vrijwel ongeëvenaarde succesperiode halverwege 2021 op een dood spoor lijkt te zijn aanbeland.

Een ideaal moment dus voor een ervaren coach, de kiene prijzenpakker Carlo Ancelotti, om in te stappen en het oude Madrid dood te verklaren, zodat een nieuw Real kan opstaan. Een ideale uitgangspositie ook voor een meeslepende docuserie over het seizoen 2021-2022 van de Spaanse topclub. Een beetje voetballiefhebber weet natuurlijk hoe dat gaat aflopen. Waarbij het meteen de vraag is of Real Madrid: Until The End (166 min.) er ook zou zijn gekomen als ‘De Koninklijke’ in eigen land was afgetroefd door FC Barcelona, met de staart tussen de benen vroegtijdig de Champions League had moeten verlaten en Ancelotti tijdens een hete herfst de zak zou hebben gekregen? Op z’n Sunderland ‘Til I Die’s, zogezegd.

Maar nee, na enkele smadelijke nederlagen, zowel in eigen land als in Europees verband, hervindt El Real zich natuurlijk en wordt deze driedelige serie van Jésus Marcos en Pablo Pasada een ‘himmelhoch jaugzend’ verslag van een on-ge-lo-fe-lijk succesverhaal. Waarbij de ‘comeback kids’ van Carlo Ancelotti menigmaal door het oog van de naald kruipen, zich steeds uit geslagen positie terugvechten en aan het eind dus die ‘Cup met de Grote Oren’ in de lucht mogen houden. En dat willen de topcoach, zijn spelers en voorzitter Florentino Pérez, onlangs nog in een heel andere rol te zien in de ontluisterende miniserie Super League: The War For Football, maar al te graag weten.

Deze serie staat natuurlijk bol van de enerverende wedstrijdbeelden, wordt (met een eindeloze stroom platitudes) ingekaderd door clubcoryfeeën zoals Raúl, Roberto Carlos en Mijatovic en de (blijkbaar) onvermijdelijke voetbalkenners en laat een erg uitleggerige verteller vervolgens alle nog rondslingerende verhaallijntjes aan elkaar verbinden. En dan is er ook nog gelegenheid om in te zoomen op individuele spelersverhalen: van aanvoerder Karim Benzema (die eindelijk niet meer in Ronaldo’s schaduw hoeft te staan), ‘Dreh & Angelpunkt’ Luka Modric (met prachtige beelden van hoe hij in de kleedkamer een grote overwinning viert) en de Braziliaanse vleugelspeler Vinicius Jr. (die eindelijk zijn belofte inlost).

Elke aflevering wordt ingeleid door alweer zo’n Koninklijk icoon (David Beckham), is gecentreerd rond een heroïsch Champions League-duel en lijkt uiteindelijk toch vooral bedoeld ter meerdere eer en glorie van de club, die natuurlijk – geen mens die daaraan twijfelt – véél groter is dan alle verzamelde individuen. De goede verstaander weet inmiddels meer dan genoeg: Real Madrid: Until The End is spekkie voor het bekkie, of toch écht een beetje te veel – laten we het zo maar formuleren – ‘Super League’ voor de gewone huis, tuin & keuken-supporter.

Tony Hawk: Until the Wheels Fall Off

HBO Max

Vallen en opstaan. Vallen en opstaan. Vallen en wéér opstaan. En vloeken. Schreeuwen. Huilen zelfs. De openingsscène van Tony Hawk: Until The Wheels Fall Off (129 min.) heeft meteen de essentie van de befaamde skateboarder te pakken. Tony Hawk wil zich een nieuwe truc eigen maken. Het gaat steeds mis. Na elke valpartij raapt hij zichzelf weer bijeen en probeert het opnieuw. ‘Ik was altijd bereid om geblesseerd te raken’, zegt hij er zelf over. ‘Ik zag het alleen niet voor me dat ik ook daadwerkelijk geblesseerd zou raken. Ik ging er altijd vanuit: dit gaat lukken, ik krijg dit voor elkaar.’

Deze erg lijvige film van Sam Jones is opgebouwd als een traditioneel sportportret, waarin Tony Hawk zelf, zijn oudere broers en zussen en concullega’s als Stacy Peralta, Duane Peters en Steve Caballero het commentaar verzorgen bij zijn met fraai beeldmateriaal tot leven gebrachte carrière. Eerst is er Hawks opkomst als ‘new kid on the board’ in de skatescene, daarna volgt de periode waarin hij eerst de top binnen zijn métier bereikt en daarna begint te denken dat de bomen daadwerkelijk tot in de hemel groeien.

Na de onvermijdelijke terugval, herneemt hij zichzelf en formuleert een bijna onbereikbaar doel: het volbrengen van een zogenaamde 900-gradenspin, die wordt beschouwd als de heilige graal van het skateboarden. Dat had de climax van deze degelijke docu, opgeleukt met veel spectaculaire wedstrijdbeelden en een hele zwik nét iets voor te land liggende muziekjes, kunnen zijn. Ware het niet Hawk nog moet dealen met enkele persoonlijke thema’s en maar niet wil accepteren dat al dat vallen en opstaan inmiddels zijn weerslag heeft op z’n lichamelijke gesteldheid als (oud-) sporter van in de vijftig.