De Surinaamse Voetbaldroom

BNNVARA

Als Dean Gorré in 2018 bondscoach wordt van Suriname, stelt het nationale voetbalelftal helemaal niets voor. ‘Natio’ staat 154e op de wereldranglijst. Voetbal is niet meer dan een amateursport in de voormalige Nederlandse kolonie, waar ook Gorré’s eigen wortels liggen. Tegelijkertijd constateert de oud-speler van onder andere Feyenoord, Ajax en Barnsley dat Oranje met ‘Suriprofs’ zoals Ruud Gullit, Frank Rijkaard en Clarence Seedorf jarenlang grote successen heeft gevierd. Bij zijn aantreden telt de voetbalwereld bovendien ruim 250 profs met Surinaamse roots, waaronder de Nederlandse internationals Virgil van Dijk en Georginio Wijnaldum.

Alle reden dus voor Gorré om werk te maken van ‘de paspoortsituatie’, een kwestie die politiek alleen zeer gevoelig ligt in Suriname. Hij wil bekende profs zoals Kelvin Leerdam, Warner Hahn en Diego Biseswar verleiden om zich aan te sluiten bij Natio. Ooit bevond hij zich zelf in een vergelijkbare positie. Als negentienjarige jongen sloeg Gorré de uitnodiging af om met het zogenaamde Kleurrijk Elftal enkele wedstrijden te spelen in Suriname. De spelers die wél gingen, waaronder zijn neef Lloyd Doesburg (Ajax), kwamen vervolgens om het leven bij een ongeluk op vliegveld Zanderij. Dat trauma drijft Gorré nog altijd voort om Suriname op de voetbalkaart te zetten.

Voorlopig moet de nieuwe bondscoach ‘t in De Surinaamse Voetbaldroom (72 min.) echter doen met goedwillende amateurs. Zij krijgen direct een spoedcursus profvoetbal van de nieuwe baas, die zich per sé wil plaatsen voor een eindtoernooi. ‘Suriname gaat naar de top van de wereld’, houdt hij zijn team voor. ‘En als je mee wilt naar de top, dan moet je je top gedragen.’ Een belangrijk deel van deze spelers zal overigens moeten afvloeien als het Gorré lukt om profs te strikken. Op weg naar die top telt immers alleen het resultaat. En dat is vooralsnog goed. De kwalificatie voor de CONCACAF Gold Cup van 2021, met louter plaatselijke jongens, verloopt voorspoedig.

Deze vlot lopende productie van Sander Coumou heeft dan nog een uitgesproken positieve insteek. Suriname schudt het ene na het andere Midden-Amerikaanse of Caribische land af, in stadions met doorgaans weinig publiek en sfeer. Gaandeweg dreigen Gorré’s pogingen om zijn team te professionaliseren, echter stuk te lopen op onvermogen bij de Surinaamse voetbalbond. Want die laat organisatorisch wel héél veel steken vallen. Daarmee verdwijnt langzamerhand ook het zorgeloze optimisme uit deze vertelling, die de gebeurtenissen puur vanuit het perspectief van Dean Gorré en z’n directe entourage belicht en verder geen wederhoor gaat halen bij bondsofficials.

In de zomer van 2021, als Corona ook in de Surinaamse voetbalwereld huishoudt, komt Gorré’s positie als bondscoach – en daarmee ook het ambitieuze project waaraan hij ruim twee jaar eerder is begonnen – steeds meer in gevaar. Wat er precies speelt blijft echter ongewis. Sindsdien zijn er alweer bijna vier jaar verstreken. Op het moment dat deze film wordt uitgebracht, bekommert een andere Suriprof, Stanley Menzo, zich inmiddels om de Surinaamse voetbaldroom. In zijn selectie bevinden zich de nodige Surinaamse Nederlanders, die voor het land van hun voorouders hebben gekozen. Met hen probeert Natio zich te plaatsen voor het wereldkampioenschap van 2026. Suriname heeft zich zojuist alvast voor de tweede keer gekwalificeerd voor de Gold Cup.

Trailer De Surinaamse Voetbaldroom

Graham Taylor: An Impossible Job

Channel 4

Het is een absolute hondenbaan, dat bondscoachschap van Engeland. Bijna net zo erg als door het leven moeten gaan als prinses van Wales, zegt een grapjas in de klassieke voetbaldocu Graham Taylor: An Impossible Job (77 min.). De verwachtingen zijn altijd veel te hoog gespannen en elke misstap wordt uitvergroot en eindeloos herkauwd. Totdat je, als onschuldige voetbaltrainer, ineens tot volksvijand nummer 1 bent verklaard.

In deze observerende film van Ken McGill wordt Graham Taylor, de geplaagde bondscoach van het Britse nationale elftal, gevolgd tijdens de kwalificatie voor het WK van 1994 in de Verenigde Staten. Sterspeler van het team is enfant terrible Paul Gascoigne. Die zit alleen niet lekker in zijn vel. ‘You’ve got good feet’, voegt medespeler Carlton Palmer hem, goedbedoeld, toe tijdens een training. ‘But you’ve got a fucked up knee, a fucked up brain and a fucked up belly.’

Intussen vallen de resultaten tegen. De Britse pers ruikt bloed. Je hebt journalisten die echt geïnteresseerd zijn in het spel, stelt Taylor daarover, en anderen die op zoek zijn naar verhalen. Zulke types vinden altijd wel een relletje. Taylor maakt ’t zichzelf ook niet altijd gemakkelijk. Hij haalt bijvoorbeeld de onverzettelijke linksback Stuart Pearce terug bij de ploeg en bombardeert hem tot aanvoerder. Dat moet de bondscoach alleen nog gaan vertellen tegen de huidige captain David Platt

McGills camera mag dan ook mee. Het resulteert in een aandoenlijk tafereel tussen speler en trainer.  De ongefilterde toegang die de coach geeft, zowel tijdens wedstrijden en trainingen als bij zijn andere activiteiten, is tegenwoordig ondenkbaar. De communicatieafdeling van de voetbalbond zou ongetwijfeld ‘final cut’ bedingen en de verhaallijn bewaken. Zodat ’t misschien lijkt alsof de maker ‘all access’ heeft gekregen, maar in werkelijkheid de officiële communicatielijn uitdraagt.

Graham ‘Do I Not Like That!’ Taylor zou er ook hoogstpersoonlijk voor hebben gezorgd dat McGills cameraploeg toegang krijgt tot de allesbeslissende wedstrijd tegen het Nederlands elftal van Bergkamp, Rijkaard en de Koemannen in Rotterdam. Tijdens de eerdere ontmoeting tussen de twee teams, die werd afgesloten met een 2-2 gelijkspel, was Oranje nog goed weggekomen. Jan Wouters ontsnapte aan een rode kaart nadat hij Paul Gascoigne bruut had geveld met z’n ellenboog. 

Op de persconferentie voor de wedstrijd op 13 oktober 1993 zoekt Taylor doelbewust de confrontatie met een inmiddels vijandige pers. Today-verslaggever Rob Shepherd is naar zijn smaak bijvoorbeeld veel te somber. ‘Ik hoop dat ik morgen kan glimlachen’, reageert de sportjournalist zuinig. ‘Werkelijk waar. Maar ik maak me ernstig zorgen.’ De Britse bondscoach ruikt nu ook z’n kans. ‘Maak je gerust druk, Rob’, sneert hij. ‘Maar laat de rest van ons met rust. Maak je lekker in je eentje zorgen.’

Tijdens de wedstrijd wordt echter al snel duidelijk dat de spanning ook Taylor niet onberoerd laat. Dit levert bijzonder treffende close-ups op: van een voetbaldier, met die alomtegenwoordige bril, dat is bevangen door stress en gedurig uit z’n vel springt. In een klassieke geworden scène vaart hij, na een onbestraft gebleven overtreding van de huidige Nederlandse bondscoach Ronald Koeman, uit tegen de wedstrijdofficial. ‘Ik weet dat jij niets kunt zeggen, maar uiteindelijk krijg ik de zak.’

De man mag de scheidsrechter nog van harte bedanken namens hem. Want Graham Taylor weet als geen ander: wanneer Engeland wordt uitgeschakeld, moet de kop van de bondscoach rollen. Hij heeft nog wel een gouden tip voor zijn opvolger: zorg ervoor dat je elftal niet verliest.