Oklahoma City Bombing: American Terror

Netflix

Als maker van historische documentaires houd je er een geheel eigen agenda op na. Enige tijd voordat een ingrijpende maatschappelijke gebeurtenis een jubileum nadert, beginnen vaak al de voorbereidingen voor een nieuwe productie. Voor 19 april 2025 bijvoorbeeld, als het dertig jaar geleden is dat Timothy McVeigh een terroristische aanslag pleegde op het Alfred P. Murrah Building in Oklahoma City.

En dus bracht National Geographic onlangs de driedelige docuserie Oklahoma City Bombing: One Day In America uit. Netflix volgt nu met de documentaire Oklahoma City Bombing: American Terror (84 min.). En HBO Max probeerde de concurrentie vorig jaar al te slim af te zijn met An American Bombing – The Road To April 19th. In grote lijnen vertellen ze steeds precies hetzelfde verhaal. The devil is in the detail.

De schaal bijvoorbeeld. Neem je de aanloop naar McVeighs terreurdaad en de nasleep daarvan – van pak ‘m beet de belegering van Waco, precies twee jaar eerder, tot de bestorming van het Capitool – mee of juist niet? En belicht je alleen de gebeurtenissen ter plaatse of ook het grotere, maatschappelijke en politieke verhaal? Regisseur Greg Tillman gebruikt de dag zelf en het navolgende onderzoek als zijn uitgangspunt.

In z’n chronologische reconstructie verwerkt hij een korte terugblik op Waco, waarbij FBI-agent Bob Ricks eveneens een prominente rol speelde, en de persoonlijke herinneringen van enkele direct betrokkenen. De levensveranderende ervaring van Amy Downs bijvoorbeeld, een jonge vrouw die vast kwam te zitten onder het puin. Zij deed haar verhaal ook al in de miniserie van National Geographic. Net als Ricks trouwens.

Dat blijft nu eenmaal een thema voor een maker van docu’s over populaire onderwerpen: welke slachtoffers, ooggetuigen en functionarissen doen waar hun verhaal? En kun je hen ook exclusief krijgen? Renee Moore, de moeder van de baby Antonio die tijdens de aanslag in het kinderdagverblijf in het Murrah Builing verbleef en die één van de 168 slachtoffers zou worden, is vast benaderd voor meerdere producties.

Een andere ‘catch’ is Charlie Hanger, de agent van de Oklahoma Highway Patrol die McVeigh na de aanslag aanhield op de snelweg. Een kwestie van stom toeval. Hanger had geen idee dat dit de gezochte aanslagpleger was. Of cipier Marsha Moritz van de Noble County Jail. Zij nam bij aankomst een foto van de benige oud-militair, die alweer bijna was vrijgelaten toen hij alsnog werd geïdentificeerd als binnenlandse terrorist.

En waar houd je als maker op? Tillman concentreert zich in het laatste deel van deze boeiende, hoewel soms nét iets te vet aangezette reconstructie van 19 april 1995 zowel op het justitiële onderzoek tegen McVeigh en zijn medeverdachten Terry Nichols en Michael Fortier als op de motieven van de Golfoorlog-veteraan, die in de extreemrechtse hoek terecht was gekomen en die we nu zouden opzadelen met de kwalificatie ‘incel’.

Als ’t voor Timothy McVeigh ophoudt, besluit vervolgens ook Greg Tillman zijn vertelling.

Oklahoma City Bombing: One Day In America

National Geographic

Terwijl Bill Clinton tijdens een persconferentie in het Witte Huis de gevaren van terrorisme bespreekt – ‘een autobom in het Midden-Oosten’, oppert hij, of de acties van een ‘religieuze fanatiekeling’ – krijgt de Amerikaanse president de mededeling dat er een aanval is gepleegd op zijn eigen land. Het is een onwerkelijk tafereel. ‘Ik wilde schreeuwen’, herinnert Clinton zich. Maar dat kon natuurlijk niet: presidenten schreeuwen niet, in elk geval niet in het openbaar.

Het iconische fragment van Clinton, de opening van de driedelige serie Oklahoma City Bombing: One Day In America (132 min.), doet sterk denken aan het moment waarop zijn opvolger George W. Bush op 11 september 2001, tijdens een voorleesuurtje op een basisschool in Sarasota, krijgt ingefluisterd dat een vliegtuig zich in één van de torens van de Twin Towers heeft geboord – al snel gevolgd door nóg een toestel in de andere toren van de imposante New Yorkse wolkenkrabber, die weer even later bezwijkt.

Tot ‘9/11’ geldt de bomaanslag op het Alfred P. Murrah Federal Building in Oklahoma City op woensdagochtend 19 april 1995, waarbij zeker een derde van het overheidsgebouw wordt weggeblazen en 168 gewone Amerikanen omkomen, als de dodelijkste terroristische aanval in de geschiedenis van de Verenigde Staten. Dertig jaar later is de actie van de Goldoorlog-veteraan en anti-overheidsextremist Timothy McVeigh nog altijd de dodelijkste terreurdaad die ooit door een Amerikaan in eigen land is gepleegd.

De schok is enorm: dit gebeurt in Afrika, Noord-Ierland of – inderdaad – het Midden-Oosten. Maar niet in Amerika, het heartland nog wel. Met overlevenden, ooggetuigen, hulpverleners, (FBI-)agenten, bestuurders, journalisten en McVeighs advocaat kijkt Ceri Isfryn terug op de dag waarop hun wereld – en het geloof in de Amerikaanse onaantastbaarheid – op z’n grondvesten schudde. Methodisch zetten ze de gebeurtenissen van die dag en de nasleep daarvan, de jacht op de dader, op een rijtje.

Deze historische docuserie is gemaakt volgens hetzelfde procedé als de National Geographic-producties 9/11: One Day In America (2021) en JFK: One Day In America (2023): via de kleine en grote verhalen van direct betrokkenen – gematcht aan een schat aan archiefmateriaal, liefst ook van de hoofdpersonen zelf – wordt een scharnierpunt in de recente Amerikaanse historie gereconstrueerd, de verbinding tussen de belegering van de Branch Davidians in Waco en de bestorming van het Capitool.

Met die aanpak onderscheidt de serie zich ook van een andere recente docuserie over de bomaanslag, An American Bombing: The Road To April 19th (2024), die juist vertrekt vanuit een helikopterview en McVeighs gruwelijke aanslag veel nadrukkelijker plaatst binnen de recente geschiedenis van ‘homegrown terrorists’, anti-overheidsmilities en extreemrechts geweld in de Verenigde Staten. Isfryn zoomt in en volgt zo de gebeurtenissen: chronologisch, tot in detail en op het niveau van de individuele mens.

Het onbeschrijfelijke leed van Edye Raines bijvoorbeeld. Zij verloor haar zoontjes Chase en Colton, die ten tijde van de aanslag in het kinderdagverblijf van het Murrah Building verbleven. De peuters behoorden tot de in totaal negentien kinderen die door Tim McVeigh van het leven werden beroofd. Of het aangrijpende relaas van Bud Welch, de vader van de 23-jarige vertaalster Julie, die zich in lijn met de idealen van zijn dochter verzette tegen het opleggen van de doodstraf aan de man die haar heeft vermoord.

Zulke aangrijpende verhalen brengen een tragedie van kolossale proporties, die het hedendaagse Amerika mede heeft gevormd, terug tot de menselijke maat.

Netflix bracht overigens ongeveer tegelijkertijd een documentaire over hetzelfde onderwerp uit: Oklahoma City Bombing: American Terror.