
Dit is een film die appelleert aan het voyeurisme in ons allen. Het is alsof je een half uur lang over de heg bij de buren naar binnen mag gaan staan gluren. Of, beter, naar de vage figuren die zojuist het vakantiehuisje naast jou hebben betrokken om God weet wat te gaan doen, het schoelje dat een campingterrein oprijdt alsof ze er al jaren heer en meester zijn of de lieden die nét iets te veel van hun eigen muziek houden en die onbekommerd delen met alle andere vrijetijders.
In En Dag I Sommerhus (Engelse titel: Leasure Time – A Summer’s Day, 30 min.) kijkt Adam Paaske – laten we het schaamteloos noemen – een hele dag mee naar Denen in hun zomerhuis. De camera verroert zich niet en observeert, ogenschijnlijk stiekem, wat zij daar uitvreten. Een oudere man gaat bijvoorbeeld ’s ochtends buiten spiernaakt touwtjespringen, gaat later binnen in zijn onderbroek en met een VR-bril op boksen en sluit het etmaal samen met een vriend af met avondgymnastiek.
Een verliefd stel kan diezelfde dag, althans zo lijkt het, nauwelijks van elkaar afblijven. Een vrouw voert hele gesprekken voert met haar hond Alba. Twee oudere zussen kunnen maar moeilijk aarden in hun vakantiehuisje en lijken zich stierlijk te vervelen. Een meisje zwemt in een piepklein zwembad tegen de stroom in en komt geen meter verder. En een drummer en een gitarist jammen urenlang dat het een lieve lust is, zonder ook maar in de buurt van een volwaardige compositie te komen.
En ’s avonds laten ze allemaal, op hun eigen manier, de teugels vieren. Het is de mensch als hij/zij zichzelf mag zijn en zich, nou ja, onbespied waant. Vreemd genoeg is dat best vaak grappig. Zo nu en dan is het vrijwel onmogelijk om een besmuikte glimlach te onderdrukken of een schaterlach in te slikken. Want deze doodgewone Denen weerspiegelen ons. Beter gezegd: hén. De acht miljard idioten die óók op deze aardbol rondlopen – en er zich met, naast of ondanks ons verpozen.