Wieder Gut

EO

Bij de Auschwitz-herdenking van 2020, 75 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog, bood minister-president Mark Rutte excuses aan voor het handelen van de Nederlandse overheid tijdens de oorlog. Het Duitse staatshoofd Richard von Weizsäcker benoemde 35 jaar eerder, tijdens een veelgeprezen rede op 8 mei 1985, al nadrukkelijk de schuld van zijn land.

Hebben onze Oosterburen daarmee een voorsprong genomen als het gaat om het erkennen van hun eigen rol in de Holocaust? vragen de Nederlander Ruben Gischler en zijn Duitse buurman Tobias Müller zich af. In een rode eend trekken ze er vanuit Amsterdam samen op uit om te bekijken hoe (verschillend) de twee landen de Tweede Wereldoorlog en de Jodenvervolging herdenken en een plek geven in de educatie van een nieuwe generatie landgenoten.

Ze gaan in Wieder Gut (55 min.) bijvoorbeeld in gesprek met de Duitse kunstenaar Gunter Demnig die in heel Duitsland ‘Stolpersteine’ voor vermoorde Joden aanlegt en ontmoeten verder deelnemers aan een brievenproject van het Etty Hillesum Lyceum, waarbij Holocaust-overlevenden en jongeren, vaak met een niet-westerse achtergrond, gaan schrijven met elkaar. Ook spreken Gischler en Müller in Nederland met de vermaarde architect Daniel Libeskind.

Wat ziet hij als hij kijkt naar de Nederlandse en de Duitse aanpak? vragen ze hem. ‘Wat me opvalt is dat de Duitsers al vroeg besloten hebben dat het land niet verder kon zonder de erkenning en het bespreken van de gevolgen van genocide’, zegt de man die met het Namenmonument heel wat drempels moest nemen in Amsterdam. ‘Andere landen, zoals Oostenrijk, verstoppen het ergens in hun achterhoofd. De waarheid is de dochter van de tijd. Uiteindelijk blijft niets verborgen.’

De trip van Ruben Gischler en Tobias Müller eindigt uiteindelijk op de plek die een belangrijk symbool is geworden voor het Nederlandse aandeel in de Holocaust, Kamp Westerbork. Daar komt het bezoek van oorlogsoverlever Tswi Herschel en een groep zeer geïnteresseerde Duitse scholieren van het Max Windmüller Gymnasium, vernoemd naar een Joodse verzetsstrijder, tot een emotionele ontlading. Uit die oorlog kan en moet nog volop lering worden getrokken.

Lezecher: De Lange Strijd Voor Een Holocaustmonument

Max

Een monument met de namen van de 102.000 Joden en 220 Roma en Sinti die in de Tweede Wereldoorlog zijn vermoord. Dat wordt in Amsterdam vast met open armen ontvangen, zou je denken. Toch krijgt het initiatief van Jacques Grishaver, de voorzitter van het Nederlands Auschwitz Comité, vanaf het allereerste begin met tegenwerking te maken. 

In 2010, aan het begin van de documentaire Lezecher: De Lange Strijd Voor Een Holocaustmonument (55 min.), lijkt het Westermanplantsoen, in het hart van de oude Amsterdamse Jodenbuurt, de gedroomde locatie. Na aanhoudende protesten moet het Holocaust Namenmonument echter verkassen naar het Wertheimpark, maar ook daar loopt het project, waarvoor inmiddels de gerenommeerde architect Daniel Libeskind is aangetrokken, vast in het drijfzand van eindeloze bezwaarprocedures: tegen aantasting van het aangezicht, bomenkap of de hoge bouw…

Op al te veel begrip kan dat niet rekenen bij de gedreven Grishaver – of bij documentairemaker Deborah van der Starre, die duidelijk met hem en zijn ideaal sympathiseert. ‘Misschien denkt men dat wij na dertien jaar opgeven’, zegt de man, die een groot deel van zijn familie verloor in de vernietigingskampen, strijdbaar als hij weer een tegenslag heeft moeten incasseren. ‘Dat gebeurt dus niet. We gaan rustig verder.’ Dan laat hij toch even in zijn kaarten kijken. ‘Alleen zullen vele mensen, die het mee hadden willen maken, er niet meer zijn. Die zijn dood. Maar ja, dat gaat om Joden. Dat maakt verder dus niks uit.’

’s Mans emotie doet misschien niet helemaal recht aan de positie van de bezwaarmakers, maar is gezien de teleurstellingen die hij tijdens de realisering van het Namenmonument krijgt te verwerken wel begrijpelijk. In deze gedegen documentaire registreert Van der Starre het complete moedeloos makende proces, waarbij ze Jeroen Krabbé als verteller alle gebeurtenissen met elkaar laat verbinden en toewerkt naar het moment waarop dan eindelijk de eerste schop in de grond mag. Voor een monument dat er volgens Jacques Grishaver allang had moeten zijn.